een dagje uit naar het grootste winkelcentrum van Nordrhein-WestFALEN
‘Een goed huwelijk is hard werken en houden van is een werkwoord’, die had ik vaak voorbij horen komen. Ik had geen idee waar ze het over hadden. Toen onze relatie nergens meer op leek, had mijn man een idee voor een dagje uit.
Ik lanterfanterde altijd op zaterdag. Dat zag er zo uit: vroeg naar de stad en dan een beetje ronddolen met weinig plan. Wel met de bedoeling om met een of andere aankoop thuis te komen. Ik kwam vaak op de markt terecht of op een rommelmarkt in het GelreDome of een wijkkerkgenootschap. Dat deed me goed.
Nu had mijn man het idee om naar Oberhausen te gaan, op zaterdag. Naar het grootste winkelcentrum van Nordrhein-Westfalen. Met meer dan 200 winkels en 50 restaurants zou je daar zeker een dag kunnen doorbrengen.
We praatten nauwelijks in de auto ernaartoe. Het was een lange rit. En ik houd niet van stilzitten, in een auto kan je niet veel anders. Het was niet ver want we wonen vlakbij de grens. Toch duurde het uren. Mijn God wat een rit! We hadden elkaar niets te vertellen.
Als wij naar een vliegveld rijden, hebben we altijd iets met het parkeren. We eindigen dan of heel ver van de vertrekhal vandaan. Voor de zekerheid parkeren we daar omdat er plaats is. En dan lopend met de koffers denk ik zeker 5 keer: ‘O, dit is veel dichterbij en er is nog plaats’. Of we staan opeens pal voor de vertrekhal en dan blijkt daar alleen Kiss en ride te zijn.
Tijdens zo’n rit zijn wij in een toestand waarbij we weinig zeggen. Wel proberen we alle borden te begrijpen en alle teksten en vliegtuigicoontjes met elkaar te combineren. Een moeilijke klus… voor ons dan. Bij mij dringt het allemaal net iets te langzaam door. Omdat ik dat weet en niet iets doms wil zeggen, houd ik het beperkt tot wat ik zeker denk te weten. Mijn man heeft de neiging om vaak ‘hè?’ te zeggen. Ook als hij het wel verstaan heeft. Dat alles bij elkaar kost tijd. En in die tijd hebben wij alweer de juiste afslag gemist en zitten we ergens op een ringbaan naar een businessterrein. Jawel, we hebben navigatie, maar die zegt de raarste dingen. Zoiets als : ‘Neem de eerste afslag op de rotonde’, als we in een tunnel zitten.
Dit was weer zoiets. We kwamen wel in de omgeving van Oberhausen winkelcentrum, maar eindigden toch op het parkeerterrein van een zeeaquarium. Ik er uit. Hij blijft achter het stuur zitten met iets van: ‘Ik rij, doe jij nou ook even iets’. Toch is het niet zo’n goed idee dat ik er op af ga om de weg te vragen. Ik onthou het allemaal niet. Wel iets hoor. Maar als je de weg vraagt weet je nooit wat je te horen krijgt. Als het direct om de hoek is en geen eenrichtingsverkeer, red ik het. Komen er kerk, 2 keer naar links, kruispunt en stoplichten in voor… dan voel ik het al tijdens de supergoed bedoelde uitleg. Met een zo overtuigd mogelijke glimlach groet ik ze en geef wat flarden van de uitleg door aan manlief. Ik ben er zeker drie keer uit gegaan om de weg te vragen. Ik houd gelukkig erg van vreemde talen spreken.
We zijn er gekomen. Via een lift vanuit de parkeergarage stonden we opeens midden in winkelcentrum Oberhausen. Ik voelde me beroerd worden. Ik kreeg de drang om weg te lopen. Het was onbekend, heel druk en ik winkel liever alleen.
‘Ik wil naar huis’, zei ik. Hij begreep dat het menens was. Zwijgend gingen we de lift weer in. Op de een of andere manier is de terugreis altijd makkelijker dan de heenreis. We reden terug, zaten naast elkaar en spraken niet.
Elfie van Oosten
Elfie ging ook een weekendje naar Texel. Lees het hier.