falen en weer opstaan


Na een moeilijke scheiding en een aantal tijdelijke woonplekken vond Bob (46, theoloog) eindelijk een fijn huis in een klein dorp. In plaats van rust kreeg hij een flinke portie onverwerkt leed op zijn bordje. Het werd winter en donker en Bob werd bevangen door ‘denkpaniek’.

Wat ging er mis?
Ik werd van mijn sokken geblazen door het verdriet om wat er allemaal was misgegaan. Mijn achtergebleven spullen ophalen bij mijn ex bleek veel moeilijker dan ik gedacht had. Ineens drong het tot me door dat het definitief was. Ik ging mezelf verwijten maken en twijfelde aan alles. Ook aan de beslissing om weg te gaan bij mijn vrouw. Eigenlijk twijfelde ik aan alle beslissingen die ik gemaakt had in mijn leven. Want wat had het me gebracht? Het was niet gelukt om onze relatie te redden. Mijn hoofd bleef maar analyseren en proberen te begrijpen. Er was heel veel intern gediscussieer. Ontspannen kon ik niet en ik was voortdurend alert op wat er mis kon gaan, want waarschijnlijk zou ik nog wel meer verkeerde beslissingen gaan nemen.

Wat vond je het ergste dat gebeurd was?
Het was me niet gelukt om mijn gezin bij elkaar te houden.

Je ging in een afgelegen dorp wonen. Bewust?
Mijn hart ging uit naar die rustige plek met natuur in de buurt, dat was een heel duidelijk gevoel. Achteraf zie ik duidelijk dat ik de confrontatie heb opgezocht. Die kant zit in mij. Je zal mij nooit horen zeggen dat het ‘z’n gangetje’ gaat. Ik ben altijd wel iets aan het onderzoeken of ergens mee aan het worstelen. Dit was wel een flinke kluif om aan te gaan.

Heb je hulp gezocht?
Over alle hulptroepen die ik heb ingeschakeld zou ik een Bridget Jones-achtig boek kunnen schrijven. Ik ben bij een acupuncturist geweest, een diepe-bindweefsel-masseur, een Kashmirische masseuse, heb opstellingen gedaan, rebalancing, cranio-sacraaltherapie en ben zelfs gaan biechten bij een pastoor, voor het eerst. Mijn vrienden heb ik wel gesproken, maar niet echt om hulp gevraagd. Dat doen mannen niet.

Hielpen die hulptroepen?
Het helpt om niet heel de tijd in de controletoren van je bestaan te zitten. Dit zijn allemaal methodes om daar uit te komen. Acupunctuur en massage maakten mijn verstarde lijf weer los. Er kwam weer beweging in mijn systeem. Door rebalancing leerde ik voelen en waarnemen wat er in mijn lichaam gebeurt bij angst. Ook het biechten was fijn. Ik vertelde de pastoor dat ik het gevoel had dat ik faalde. Hij zei: ‘Je hebt je uiterste best gedaan maar het is niet gelukt. Wat heb je dan misgedaan?’ Dat kon ik heel goed gebruiken: het was misgegaan maar ik had niet iets misgedaan. Dan kan je niet volhouden dat je gefaald hebt.

Heeft God jou kunnen troosten in die moeilijke tijd?
(Het blijft lang stil) Ik ben blijven ademen, blijven leven en dat heeft veel met God te maken. Het ging allemaal gewoon door, zelfs in mijn verwarring. Ik zie dat niet als troost, maar wel als voorwaarde, want dood kom je niet veel verder… Het leven troost. Bij God en troost zit je voor mij te dicht bij het beeld van een God die iets zit te besturen. Dat gevoel heb ik niet. Mijn idee van God heeft meer te maken met creativiteit en beweging en dat het leven niet om mij draait. Dat ik een van de vele vormen ben waarin het leven zich botviert. En dat dat soms pijn doet.

Wat voor inzichten heb je gehad?
Er zijn verschillende manieren om met zo’n crisis om te gaan. Je kan denken: ‘Ik heb een probleem, daar moet ik zo snel mogelijk vanaf’. Of je kan accepteren dat dit een fase van je leven is, waar je doorheen moet. Je kan er zelf niet zoveel aan doen. Dat is echt een ander perspectief. Ik hoorde mezelf op een avond tegen een vriend zeggen: ‘Ik zit in de woestijn, ik vind het verrekkes lang duren en ik weet niet welke kant ik op moet’. Dat beeld van de woestijn is klassiek: de mystici trekken ook altijd eerst de leegte in of de nacht. Op een plek waar weinig is, kom je jezelf immers het hardste tegen.

Ik ben veel de natuur in gegaan. Soms veranderde het weer en zag ik hoe de dieren zich aanpasten. Als het gaat stormen gaan ze een beetje krom staan of schuilen achter een boom. Ze zijn niet bezig de storm te vervloeken, het stormt gewoon. Als ik ergens een tijdje gewoon ging zitten, stopte ik na verloop van tijd met knokken tegen mijn donkere wolken. Ik heb daar een keer een voor- en na-selfie genomen. Het verschil van uitdrukking in mijn gezicht was ongelofelijk.

Wat op moeilijke momenten ook hielp, was hardop zeggen: ‘Ik ben bevangen door angst’. Je creëert dan afstand en identificeert jezelf niet 100% met die angst. Anders raak je, denk ik, in een psychose.

Ik moest iets loslaten. Het hele christendom draait om doodgaan en weer opstaan. Het is doodeng, maar het is waar: het voelt als doodgaan voor er iets nieuws kan gebeuren.

Wat heb je losgelaten?
Ten eerste: de noodzaak om het antwoord te vinden op wat ik allemaal fout heb gedaan. Ten tweede: de kramp dat ik het beter moet doen dan dat ik het doe, dat ik niet mag falen. Dit moet ik echt blijven oefenen, want het is hardnekkig.

Ik wil graag leren om het leven zo zien: een mengeling van geluk en pijn, slagen en falen. Dit is er nu en ik geniet er enorm van. Zin en onzin bestaan door elkaar heen. Het is een misverstand te denken dat je pas gelukkig kunt zijn totdat alle problemen zijn opgelost want dat gebeurt natuurlijk nooit. Ik wil aanwezig zijn bij wat er is. Dat is de grootste truc.