‘We zitten met een giga imagoprobleem’


In de huiskamer van Bob van Gasteren, alias Clown Dopneussie, liggen 2 grote schoenen en een paar gestreepte sokken in een hoek. Het lijkt alsof hij ze zojuist heeft uitgetrokken. In werkelijkheid liggen ze al ruim 3 maanden te wachten op een volgend optreden.

‘De markt is volledig ingestort’ vertelt Bob me bij een strak bakkie oploskoffie. ‘Toen ik in 1982 begon met optreden maakte ik weken van 60 uur. Samen met Clown Kiekeboe reisde ik door heel Europa. We hadden een succesvolle show en onze eigen tent. Als we die ergens opgezet hadden stroomden de bezoekers vanzelf binnen. Als mijn collega de tent betrad en heel hard “kiekeboe” riep, lag iedereen al in een deuk. In de voorstelling viel ik wel 3 keer over de grote schoenen van mijn collega. Ik was nog jong toen, ik kon wel tegen een stootje. Het was een zwaar leven, maar omdat de bezoekers de tent altijd met een lach op hun gezicht verlieten, was dat het waard.’

Terwijl Bob vreugdeloos een ballonhondje voor me in elkaar draait, vertelt hij verder. ‘Ergens rond 1990 kwam de klad er in. Eerst was er die ontuchtaffaire in Oude Pekela. De daders verkleedden zich als clowns en zouden tientallen kinderen hebben misbruikt. Toen kwamen die Amerikanen met die rotfilm ‘It’. Daar zit een nieuw fenomeen in: de scary clown. Nou, bedankt hoor, een eeuwenoude entertainment-traditie in een klap naar de gallemiezen.’ Bob windt zich op, een ballonnetje knapt en woedend smijt hij het mislukte hondje uit het raam. ‘Daarna was er ook nog die John Wayne Gacy in Illinois. Die klojo vermomde zich als clown en lokte jongens mee naar zijn kelder. Meer dan dertig heeft ie er misbruikt en vermoord. Had ie niet een andere vermomming kunnen kiezen, potjandosie nogantoe!’

Na een glaasje ranja kalmeert Bob weer. ‘We merkten het in de tent. Als ik mijn neus tegen die van een kleuter wilde aandrukken, trok moeders het kind snel van me weg. Als ik onder clown Kiekeboe lag, omdat die over mijn schoenen gestruikeld was, bleef het ongemakkelijk stil. Ik heb weleens een meisje uit het publiek getrokken om mij te helpen bij het rijden op de eenwieler. Nou, dat heb ik geweten. Haar vader sloeg me keihard in mijn gezicht. Het bloed gutste door mijn schuimrubber neus heen.’

Bob en zijn collega zagen de inkomsten drastisch teruglopen. Uiteindelijk moesten ze de tent verkopen. ‘Sapperdeflap, ik zat ineens thuis! Ik heb gesolliciteerd voor cliniclown maar ze vonden me te oud. In plaats daarvan gebruiken ze amateurs die ze een minimumloon en een 0 uren contract aanbieden.

Plots steekt Bob zijn hand in eigen boezem. ‘Misschien zijn we niet meegegaan met de tijd, hebben we geen aandacht gehad voor innovatie. Hadden we iets met multimedia of internet moeten doen? Of een clowns-app moeten ontwikkelen? We dachten dat onze grappen en grollen tijdloos waren, nu weet ik dat niet meer zo zeker… Hoe dan ook: we zitten met een giga imagoprobleem.’

Clown Dopneussie doet nu kinderfeestjes. ‘Ik kan niet zeggen dat ik nog veel lol heb in mijn werk. Als ik op de stoep sta bij zo’n jarig kind zakt de moed me in de flapschoenen. Ik kan er mijn ei niet in kwijt. In zo’n krappe huiskamer is het bijna onmogelijk om de jongleerballen in de lucht te houden op mijn eenwieler. En als ze dan vallen is er weer een vaas kapot. Ook blijf ik met mijn schoenen steeds achter salontafeltjes hangen enzo. Kinderen lijken tegenwoordig veel brutaler. Ze kunnen niet eens een half uur stil zitten om naar mijn verhalen van vroeger te luisteren. Ik kan dan weleens mijn geduld verliezen en flink uithalen.’ Er rolt een traan over Bob’s wang. ‘Daar heb ik dan achteraf weer spijt van.’ Als ik niet veel later afscheid neem, is de stemming bedrukt.

Maar drie weken na het interview belt Bob me opgewonden op. De vakbond Clowns United, waarvan Bob penningmeester is, heeft subsidie gehad van het Fonds Voor Beroepen Met Gebrek Aan Bestaansrecht (FVBMGAB). Met dit geld hebben ze het internationaal befaamde communicatiebureau BDDG gevraagd om de reputatie van de professionele clown te upgraden. Het is hetzelfde bureau dat textielsuper Zeeman ook weer op de kaart heeft gezet. ‘Het moet mogelijk zijn alle negativiteit om te zetten in vrolijkheid en onbekommerd lachen. Jullie gaan wat beleven!’

En zo blijkt maar weer eens: het klassieke clownsthema van een lach en een traan is tijdloos en nog steeds heel waar. Zet hem op, Dopneussie!

 

Tekst: Jet Westbroek