uitslag ‘papa is een laffe herder’ – verhalenwedstrijd

Bummer kwam de intrigerende tekst ‘papa is een laffe herder’ tegen. Leuk voor een verhalenwedstrijd. En we hebben een winnaar! Annette Akkerman maakte een goedgeschreven, smeuïg verhaal, precies wat past bij deze opdracht.  Annette heeft de Bummermok inmiddels ontvangen en is er heel blij mee. Wel uitkijken, Annette, het oortje zit een beetje los…

Het winnende verhaal:

 

Het hondenuitlaatpad

Wij zijn een echte hondenfamilie. Behalve mama, die heeft liever poezen. Een hond is beter, volgens papa, het is een sociaal dier en past prima in een hecht gezin. Volgens hem is een poes een egocentrisch beest, dat alleen maar aan zichzelf denkt. Mama trekt dus aan het kortste eind en papa vindt haar gemopper getuigen van een kattenreactie.

De hond doet zijn intrede, samen met een uitlaatschema en voortaan brengen we de zondagen door in het bos. Met Wodan natuurlijk. Onze vakanties worden ingepland op basis van de geschiktheid om Wodan mee te nemen. Geen verre reizen meer, maar gewoon op de camping. Mama heeft een hekel aan kamperen.

Als we weleens verzaken om de hond uit te laten, wijst papa ons erop dat dit gedrag niet getolereerd wordt in een roedel. De hond is deel van ons gezin en daar moet iedereen zijn steentje aan bijdragen. Basta. Ja, basta, dit woord neemt papa steeds vaker in zijn mond. Alles dat hem niet aanstaat, kan rekenen op ‘basta’. Daarmee heeft hij altijd het laatste woord.

De zondagse boswandeling wordt als snel geschrapt, omdat papa liever op de bank voetbal kijkt. De uitlaatrondes worden vaak door mama waargenomen. Dat is goed voor haar, volgens papa, dan zit ze niet op haar dikke kont. Alleen de ronde laat op de avond doet papa zelf. Hij blijft dan lang weg. Ik hoor hem vaak na tweeën binnenkomen.

Tijdens mijn ronde, kom ik Kevin tegen op het uitlaatpad. Wodan trekt hard aan de lijn en blaft naar Kevin en zijn chihuahua.

‘Rustig, Wodan.’

Ik rol de lijn in, maar als we elkaar passeren springt Wodan tegen de jongen op om daarna uitgebreid de chihuahua te besnuffelen. Kevin heeft ooit bij me in de klas gezeten, maar zit nu een klas lager. Hij is blijven zitten door de scheiding van zijn ouders.

‘Sorry, Kevin, hij is wat al te enthousiast.’

‘Laat maar, ik ken Wodan goed.’

Het verbaast me dat hij de naam van onze hond kent. Hij knielt bij Wodan en aait hem onder zijn kop, precies zoals Wodan het fijn vindt.

‘Hé, Wodan, ben je blij je vriendinnetje te zien?’

‘Ken je Wodan?’

‘Ja, natuurlijk, je pa brengt hem altijd mee.’

‘Wanneer?’

Dan kijkt hij op en wordt rood.

‘Nou, je weet wel…’ mompelt Kevin.

Op de terugweg sleur ik Wodan mee. ’s Avonds bied ik aan om de hond uit te laten, maar papa wil er niets van weten. Het is zijn beurt en hij vindt het belangrijk dat hij zijn aandeel in het uitlaatproces uitvoert.

‘Het maakt de moeder van Kevin toch niet uit of je met de hond komt?’

Papa trekt wit weg.

‘Waar heb je het over?’

Nu weet ik het zeker, papa is een laffe herder, die zijn roedel verlaat voor een loops teefje. Het is tijd dat ik opklim in de rangorde en de lakens ga uitdelen.

‘Ga maar naar je wijfje en neem Wodan mee. Kom nooit meer terug.’

Even later verlaat papa het huis met een weekendtas vol spullen. Mama is in alle staten en begrijpt het nog niet helemaal. Ik leg een arm om haar schouders. Morgen ga ik een paar poezen voor haar kopen.

 

© Annette Akkerman

 

de roerdomper

Het is een universele menselijke eigenschap: schaarste maakt hebberig. Een overblijfsel uit de oertijd? Hup, sleep het je hol in. Je weet nooit wanneer het weer voorbij komt.

Ook vogels worden begerenswaardiger als ze zeldzaam zijn. Een ekster, eigenlijk hartstikke mooi met zijn prachtig glimmend, diepzwartblauwwitte grafische vachtje: we draaien ons hoofd er niet meer voor om. De wielewaal, de holy yellow grail van de vogelaars, zie je in Nederland niet zo snel. In Portugal, daar zitten ze. Ik vierde vakantie in de Algarve en de gastvrouw meldde terloops: ‘Dat is toch die gele? Die scharrelt hier vaak op het pad’.
‘s Ochtends werd ik wakker van zijn heldere roep, maar zien: ho maar. Ik speurde dagenlang en werd daarbij zelfs achterna gezeten door wilde honden. Toen ik hem uiteindelijk zag zitten in een boomtop was ik euforisch! Ik appte het met HOOFDLETTERS naar mijn beste (vogel)vriendin en ze is tot op de dag van vandaag jaloers.

Met diezelfde vriendin onderneem ik tochten om een andere zeldzame soort waar te nemen. Die vogel die je eigenlijk nooit ziet omdat hij ook nog eens extreem goed gecamoufleerd is: de hoemp-roeper in het riet. De roerdomp, met zijn aandoenlijke oude-mannen-loopje, is ons ultieme object of desire. De eerste poging voerde ons naar de ‘Roerdomp en andere watervogels-tocht’ in het Jisperveld. We stapten in een stil bootje, het begon enorm te waaien en regenen en na drie uur hadden we veel ganzen gezien. Op het einde van de tocht dachten we een kiekendief te zien. ‘Hoe herken je die nou?’ vroeg mijn vriendin aan de gids. ‘Dat vertellen we in de ‘roofvogeltocht’. Die vertrekt over een uur.’ Teleurgesteld en nat tot op het bot dropen we af.

Dit voorjaar gingen we naar de Weerribben. Op waarneming.nl ploos ik uit waar de roerdomp precies zat. Vroeg in de regenachtige ochtend reden we naar de vogelhut in zijn habitat. We hadden de fietsen nog niet geparkeerd of we hoorden hem al: de onmiskenbare diepe bastoon. Vriendin kuste mij spontaan. Hij was hier, we hoefden hem alleen nog maar te vinden! Met de fietsen aan de hand liepen we door het hoge gras naar het geluid. Het gehoemp bleef regelmatig klinken, we kwamen steeds dichterbij. Na een half uur struinen moesten we er nu toch wel zijn. We hoorden hem weer. Het geluid kwam precies vanaf de plek waar we vertrokken waren. Was die modderfucker gewoon langs ons gevlogen!

Voor vriendin hoeft het nu niet meer. ‘Dit was echt zijn laatste kans’ vindt zij. Ik daarentegen zie een stijgende lijn. De volgende keer drinken we koffie op een terras in de Biesbosch en komt onze vriend bedelen om het koekje. Wedden?

 

tekst: Jet Westbroek |  Illustratie: Roel Seidell

top 5 tegenvallende vakanties

BUMMER doet er niet moeilijk over. Qua vakantie gaat er weleens 1 de mist in. De 5 mooiste dieptepunten van onze lezers:

DSCF3525_Snapseed_300Friesland, Molkwerum
Hetty T. (36): Een yurt is een Mongoolse nomadentent, ingericht met kleurrijke authentieke meubeltjes. Je vindt ze tegenwoordig ook in Nederland, je kan er een bijzondere kampeerervaring in opdoen. Wij boekten er een op het platteland van Friesland.
Mijn man vond het eigenlijk gelijk al niks. Misschien kwam dat doordat hij keihard zijn hoofd stootte aan het kleine deurtje waardoor je naar binnen moest. Dit gebeurde daarna nog 4 keer. Omdat het veel regende zaten we best vaak binnen. De authentieke meubeltjes waren erg klein. Het leek alsof ze gemaakt waren voor Mongoolse kleuters. Het was erg donker, ook overdag moest de olielamp aan. En als je ‘s nachts met opgetrokken knieën in het bedje lag was het echt héél donker. Als in blind. Dat is eng, ik lag met bonzend hart te wachten tot er weer wat licht door het deurtje scheen. Het tentdoek van een yurt is opgevuld met vilt gemaakt van kamelen- en yakhaar. In Mongolië regent het bijna nooit maar in augustus in Nederland wel. Het vilt verspreidde na een paar dagen aanhoudende buien een pittige, dierlijke geur. We ontvluchtten de yurt zoveel mogelijk. Buiten de tent zagen we veel rijke bootjesmensen in Gaastra-jacks. Ook al niet echt ons ding.’

 

IMG_0917_Snapseed_300

Kroatië, het eiland Krk
Jozien K. (42): ‘Bleek er helemaal geen zand te zijn op Krk. Alleen rotskust. Om toch iets van een strand te creëren hadden de Kroaten betonnen platen neergelegd. Om het liggen mogelijk te maken verkochten ze op het betonstrand dikke matten. Via een ijzeren trap kon je de zee in. Toen we ons net geïnstalleerd hadden, kwam er een vrouw uit het water geklommen. Ze was gigantisch en droeg een huidskleurige doorschijnende bikini. De horror was compleet. We zijn weggevlucht. Van de rest van de vakantie weet ik alleen nog dat de drank goedkoop was. We zijn eerder naar huis gegaan.’

 

IMG_2979_SnapseedTsjechië, ergens
Hielke S. (35): ‘Op de foto zag je een groen weiland, ons huis en daarachter een lieflijk riviertje. De fotograaf had op een gunstig moment afgedrukt want in het echt lag er een drukke autoweg tussen het huis en het weiland. Het huis was erg donker. Als er bij een potje yatzee een dobbelsteen op de grond viel, moesten we de zaklamp pakken. Overdag hè! Het huis was ook erg scheef. Alle deuren hadden haakjes, anders vielen ze steeds dicht. In bad gaan was moeilijk want de boiler was er zo boven gehangen dat je er eigenlijk niet in kon. De pannenkoeken die we wilden bakken zijn nooit afgekomen want uit het gasfornuis kwam maar een heel zwak vlammetje. Het riviertje achter ons huis leidde naar een meer. Daar gingen we alleen kanoën want zwemmen durfden we niet. Het riool kwam erop uit. Verder herinner ik me nog een urenlange traumatische rondleiding door een heel ongezellig fort. De gids sprak alleen Tsjechisch.’

 

Canada, Vancouver Island
Roel S. (49): ‘Op onze vakantie in Canada wilden we eens niet vallen voor de neiging om in een groot land grote afstanden af te leggen. Focus op een klein gebied, en dan -heel zen- gaan voor de ‘diepe beleving’. We besloten om zes weken op Vancouver Island te blijven. Vancouver Island is vooral begroeid met hele ouwe naaldbomen. Echte oerbossen. De belangrijkste industrie is dan ook de papierindustrie. Hele wouden van 500 jaar oude reuzen worden gekapt om papier van te maken. Papierrecycling wordt daar gezien als landverraad. ‘The Mill must keep Running’.
Wij, als echte boomknuffelaars vonden dat natuurlijk vreselijk om te horen. Wij wilden lekker wandelen tussen die bomen. Dat bleek alleen niet echt mogelijk. Overal bos, maar je kon er niet in. Het was echt van die hardcore-natuur, zonder paden en overal omgevallen stammen, greppels en kuilen. Wel kon je er uuurenlang rondrijden en naar de buitenkant van dat bos kijken. Stammen stammen stammen stammen. Allemaal dezelfde. Na twee weken besloten we te vluchten met de boot naar het vasteland. Daar ook best veel bomen.’

 

IMG_0237_Snapseed_300

Denemarken, Jutland
Julie W. (34): ‘Ons vakantiehuis hadden we gevonden door te zoeken op ‘denemarken huis meer bootje’. Het idee was om urenlang boeken te lezen in de zon op een houten steiger terwijl de kinderen spartelden in het Ringkøbing Fjord, want zo heette ons meer. Af en toe zouden we een boottocht maken naar de overkant. Daar zouden we op een groen weitje picknicken met allerhande smørrebrød.
Het bootje was een aftands zwaar stalen geval dat 20 meter van het meer ergens omgekeerd in het riet lag. Na een half uur rukken, zweten en vloeken hadden we het ding naar het water gesleept. Niks geen houten steiger maar modder. Het meer bleek slechts 40 centimeter diep en propvol met waterplanten. Door de stevige aanlandige wind en ons geklungel met de riemen lukte het niet om het meer op te roeien. Na enkele meters waaiden we steeds weer terug in het riet. De stemming was helemaal niet meer zo goed. Uiteindelijk zijn we uitgestapt en hebben we het bootje met daarin onze twee kinderen maar een beetje door het meer getrokken. De rest van Jutland? Saai en duur.’

 

falen en weer opstaan

Na een moeilijke scheiding en een aantal tijdelijke woonplekken vond Bob (46, theoloog) eindelijk een fijn huis in een klein dorp. In plaats van rust kreeg hij een flinke portie onverwerkt leed op zijn bordje. Het werd winter en donker en Bob werd bevangen door ‘denkpaniek’.

Wat ging er mis?
Ik werd van mijn sokken geblazen door het verdriet om wat er allemaal was misgegaan. Mijn achtergebleven spullen ophalen bij mijn ex bleek veel moeilijker dan ik gedacht had. Ineens drong het tot me door dat het definitief was. Ik ging mezelf verwijten maken en twijfelde aan alles. Ook aan de beslissing om weg te gaan bij mijn vrouw. Eigenlijk twijfelde ik aan alle beslissingen die ik gemaakt had in mijn leven. Want wat had het me gebracht? Het was niet gelukt om onze relatie te redden. Mijn hoofd bleef maar analyseren en proberen te begrijpen. Er was heel veel intern gediscussieer. Ontspannen kon ik niet en ik was voortdurend alert op wat er mis kon gaan, want waarschijnlijk zou ik nog wel meer verkeerde beslissingen gaan nemen.

Wat vond je het ergste dat gebeurd was?
Het was me niet gelukt om mijn gezin bij elkaar te houden.

Je ging in een afgelegen dorp wonen. Bewust?
Mijn hart ging uit naar die rustige plek met natuur in de buurt, dat was een heel duidelijk gevoel. Achteraf zie ik duidelijk dat ik de confrontatie heb opgezocht. Die kant zit in mij. Je zal mij nooit horen zeggen dat het ‘z’n gangetje’ gaat. Ik ben altijd wel iets aan het onderzoeken of ergens mee aan het worstelen. Dit was wel een flinke kluif om aan te gaan.

Heb je hulp gezocht?
Over alle hulptroepen die ik heb ingeschakeld zou ik een Bridget Jones-achtig boek kunnen schrijven. Ik ben bij een acupuncturist geweest, een diepe-bindweefsel-masseur, een Kashmirische masseuse, heb opstellingen gedaan, rebalancing, cranio-sacraaltherapie en ben zelfs gaan biechten bij een pastoor, voor het eerst. Mijn vrienden heb ik wel gesproken, maar niet echt om hulp gevraagd. Dat doen mannen niet.

Hielpen die hulptroepen?
Het helpt om niet heel de tijd in de controletoren van je bestaan te zitten. Dit zijn allemaal methodes om daar uit te komen. Acupunctuur en massage maakten mijn verstarde lijf weer los. Er kwam weer beweging in mijn systeem. Door rebalancing leerde ik voelen en waarnemen wat er in mijn lichaam gebeurt bij angst. Ook het biechten was fijn. Ik vertelde de pastoor dat ik het gevoel had dat ik faalde. Hij zei: ‘Je hebt je uiterste best gedaan maar het is niet gelukt. Wat heb je dan misgedaan?’ Dat kon ik heel goed gebruiken: het was misgegaan maar ik had niet iets misgedaan. Dan kan je niet volhouden dat je gefaald hebt.

Heeft God jou kunnen troosten in die moeilijke tijd?
(Het blijft lang stil) Ik ben blijven ademen, blijven leven en dat heeft veel met God te maken. Het ging allemaal gewoon door, zelfs in mijn verwarring. Ik zie dat niet als troost, maar wel als voorwaarde, want dood kom je niet veel verder… Het leven troost. Bij God en troost zit je voor mij te dicht bij het beeld van een God die iets zit te besturen. Dat gevoel heb ik niet. Mijn idee van God heeft meer te maken met creativiteit en beweging en dat het leven niet om mij draait. Dat ik een van de vele vormen ben waarin het leven zich botviert. En dat dat soms pijn doet.

Wat voor inzichten heb je gehad?
Er zijn verschillende manieren om met zo’n crisis om te gaan. Je kan denken: ‘Ik heb een probleem, daar moet ik zo snel mogelijk vanaf’. Of je kan accepteren dat dit een fase van je leven is, waar je doorheen moet. Je kan er zelf niet zoveel aan doen. Dat is echt een ander perspectief. Ik hoorde mezelf op een avond tegen een vriend zeggen: ‘Ik zit in de woestijn, ik vind het verrekkes lang duren en ik weet niet welke kant ik op moet’. Dat beeld van de woestijn is klassiek: de mystici trekken ook altijd eerst de leegte in of de nacht. Op een plek waar weinig is, kom je jezelf immers het hardste tegen.

Ik ben veel de natuur in gegaan. Soms veranderde het weer en zag ik hoe de dieren zich aanpasten. Als het gaat stormen gaan ze een beetje krom staan of schuilen achter een boom. Ze zijn niet bezig de storm te vervloeken, het stormt gewoon. Als ik ergens een tijdje gewoon ging zitten, stopte ik na verloop van tijd met knokken tegen mijn donkere wolken. Ik heb daar een keer een voor- en na-selfie genomen. Het verschil van uitdrukking in mijn gezicht was ongelofelijk.

Wat op moeilijke momenten ook hielp, was hardop zeggen: ‘Ik ben bevangen door angst’. Je creëert dan afstand en identificeert jezelf niet 100% met die angst. Anders raak je, denk ik, in een psychose.

Ik moest iets loslaten. Het hele christendom draait om doodgaan en weer opstaan. Het is doodeng, maar het is waar: het voelt als doodgaan voor er iets nieuws kan gebeuren.

Wat heb je losgelaten?
Ten eerste: de noodzaak om het antwoord te vinden op wat ik allemaal fout heb gedaan. Ten tweede: de kramp dat ik het beter moet doen dan dat ik het doe, dat ik niet mag falen. Dit moet ik echt blijven oefenen, want het is hardnekkig.

Ik wil graag leren om het leven zo zien: een mengeling van geluk en pijn, slagen en falen. Dit is er nu en ik geniet er enorm van. Zin en onzin bestaan door elkaar heen. Het is een misverstand te denken dat je pas gelukkig kunt zijn totdat alle problemen zijn opgelost want dat gebeurt natuurlijk nooit. Ik wil aanwezig zijn bij wat er is. Dat is de grootste truc.

kwabjes kijken

Na een oproep op Facebook stroomde onze mailbox niet bepaald vol. Dat snappen we, het is best confronterend om je spekjes te (laten) fotograferen. Daarom: hulde aan alle 8 inzenders, jullie hebben lef! We hebben de foto’s analoog afgedrukt op extra zacht fotopapier voor een intiem effect. Een deskundige jury geeft commentaar:

kwab8_650‘Een ontroerend, overbloezend kwabje. Wat heeft de fotograaf gevoelig gespeeld met licht. Kijk hoe de onderste haartjes fonkelen! Ook mooi: het contrast tussen het harde denim en de zachte materie erboven. De inzender zelf zegt: ‘Dit is echt heeeel erg! Dat je buik zich gewoon niks aantrekt van je broekmaat!’

 

kwab3_600‘De haast Mondriaan-achtige vlakverdeling maakt van deze inzending een spannend beeld. De afbuigende horizontale plooi suggereert een bolling. Maar is dat zo? Zien we daar ook een Gulden Snede? Vragen die intrigeren en ook een tikje irriteren. Sterk hoor!’

 

kwab2_600

‘De ronde lijnen in deze foto zijn bijna hypnotiserend. De concentrische beweging verhoudt zich als een stylistische uitdaging tot de donkere, onbeweeglijke constellatie aan de bovenzijde van het beeld. Gedurfd en poëtisch!’

 

kwab1_600

‘Dit werk, genaamd ‘Bodyscape’ laat het lichaam als landschap zien. De meanderende horizon brengt een scheiding aan tussen het beweeglijke land (verbeeld door de richting van de haren) en de stille lucht erboven. Door het geringe verschil in kleur suggereert de maker een eenheid tussen die twee…’

 

kwab6_650

‘De beroering van de hand aan het armkwabje laat de verbinding tussen hangen (overgave) en ondersteunen (kracht) zien. ‘Kom maar, ik vang je op als je valt’ lijkt de foto te willen zeggen. Een statement tegen de steeds hardere en egocentrischere wereld. En een verlangen naar een zorgzame en compassievolle samenleving.’

 

kwab5_650

‘Hou van mijn buik’ is duidelijk de boodschap van deze krachtige pose. De manipulatie van de vetvorm is een commentaar op lichaamsverminkende technieken als Liposuctie en Cryo Lipolyse. Het toch ook speelse beeld wordt versterkt door de lichtblauwe, slordig aangebrachte nailpolish.’

 

kwab4_650

‘In deze foto lijkt de navel je uitdagend aan te kijken. ‘Mot je wat?’ Een provocatief maar stylistisch kwetsbaar beeld, gevat in een beperkt maar slim gekozen kleurpallet.

 

kwab7_650

‘De bovenste twee golvende plooien verbeelden dichtgeknepen ogen en de onderste horizontale lijn laat een strakke mond zien. Alsof de bezitter van dit lichaam zich afsluit van de wereld, die strak staat van oordelen en lichaamseisen. Een krachtige afsluiter.’

 

De kans dat je helemaal van je kwabjes afkomt door dieet en sport is best klein. Zeker als je ouder wordt, is het schier onmogelijk om de boel nog strak te krijgen. Dus laten we onze vetjes accepteren en omarmen. We wonen nu eenmaal in een deel van de wereld waar voedsel in overvloed is. Geen wonder dat we dan soms net iets teveel eten. Om al dat lekkers links te laten liggen, vraagt om bovenmenselijke wilskracht.
Zie je kwab als een lekker zacht kussentje waar geliefden hun hoofd op kunnen vleien. Geniet van de schaduwen en highlights die ontstaan als je kwabje licht ziet; ze geven reliëf aan het leven. Kwabjes zijn het resultaat van al het lekkers dat je hebt mogen eten. Weet je nog die vele chocoladeletters, marsepeinen varkentjes, gezellige drankjes en bijpassende hompen kaas? Hmmm, wat was dat heerlijk, hè? Je kwabje herinnert je aan deze fijne schransmomenten. Schaam je niet langer maar wees trots op dat extra stukje jou!

een wetenschappelijk blik op social media jeuk

We ergeren ons suf op social media. Lees het artikel ‘Wilt u dit nooit meer doen: social media jeuk’ maar eens. Hoe komt dat nou en waarom blijven we toch driftig Facebook en Twitter checken? We spraken met Jos Hornikx, universitair hoofddocent Communicatie- en Informatiewetenschappen van de Radboud Universiteit over deze ‘nieuwe’ technologie en alles wat we ermee kunnen en doen. Hij weet het geheim om compleet zen te blijven bij al die irritaties.

Jos, erger jij je op social media?
Nee, niet meer. Ik ben ooit begonnen met Facebook maar ben daar snel weer mee opgehouden. Het is een vriendengebeuren waar persoonlijke dingen worden gedeeld. Ik heb er geen behoefte aan dat al mijn studenten dat ook kunnen zien. Twitter is meer mijn ding. Ik gebruik het voor mijn werk en om het nieuws bij te houden. Vroeger zag ik er veel van die ‘wat een rotweer’-tweets langskomen. Ik deed daar in het begin ook aan mee. Nu vraag ik me eerst af of iemand op zo’n bericht zit te wachten. Meestal wil je het vooral zelf graag vertellen. Je denkt dat anderen dat ook leuk vinden maar dat is lang niet altijd zo.
Het lijkt alsof Twitter een zelfreinigend vermogen heeft, want dit soort onbenulligheden zie ik niet meer. De mensen die nu veel posten weten beter wat interessant of leuk is. Het zou me niet verbazen dat twintig procent van de twitteraars tachtig procent van alle tweets post.

Uit ons onderzoek blijkt dat veel mensen zich aan van alles ergeren. Waarom blijven ze toch kijken?
Enerzijds uit verveling. We hebben veel meer vrije tijd dan vroeger. Niet iedereen heeft een duidelijke besteding van die tijd gevonden. Anderzijds is er de verwachting dat er altijd iets nieuws te vinden is. Het laatste nieuws is aantrekkelijk, informatie krijgen is leuk.

Hoe komt het dat we ons ergeren?
Ik heb hier uitdrukkelijk geen onderzoek naar gedaan, maar ik heb er wel een gedachte over. Vroeger kwamen we veel minder in contact met mensen uit een andere sociale klasse of met een ander wereldbeeld, geloof, hobby, mening etc. Op de basisschool is de samenstelling nog redelijk divers, daarna kom je al snel in een groep met grotendeels dezelfde opvattingen en smaak. Op social media zie je posts van allerlei soorten mensen. Er wordt niet gefilterd op geslacht, leeftijd, opleiding, regio. De opvattingen variëren natuurlijk enorm en die snap je niet allemaal. Je gaat denken wat jij ervan vindt en gaat oordelen. Soms ben je het helemaal niet eens met een mening of vind je iets stom of lelijk. Dan kan je je gaan ergeren.
Het gaat niet altijd om een afwijkende mening. Soms snap je niet waarom iemand iets met je wil delen. Je vindt het te persoonlijk en zou het zelf nooit doen. Er is onbegrip voor de manier waarop die ander zich uit: ergernis!

Onbegrip en ergernis werpen je terug op jezelf. Je wordt verplicht om te denken wat je ergens van vindt. Dat vinden we eigenlijk maar lastig. We gaan liever snel door met het leven zonder dit soort ingewikkelde gedachtes. Juist daarom vinden we het misschien fijn om met gelijkgestemden om te gaan. Het is alleen jammer dat we dan op den duur niet meer geprikkeld worden. Je wordt zelden meer verrast door een afwijkende mening of smaak. Als je daar wel mee in aanraking komt, door bijvoorbeeld social media, en het niet enkel veroordeelt, krijg je een bredere kijk op de wereld.

Internet lijkt de verschillen tussen mensen juist meer op scherp te zetten
Op internet heb je maar een kanaal tot je beschikking: geschreven tekst (met slechts emoticons om je gevoel weer te geven). Hierdoor gaat de communicatie snel mis. Van intentie, intonatie en stemgebruik krijg je niets mee. Ook de context kennen we vaak niet. Hierdoor ontstaat onbegrip en als we dat weer alleen met tekst gaan verwoorden kan het heel ongezellig worden. Daar komt nog bij dat we ons negatieve ervaringen veel beter herinneren dan positieve. Daarom denken we soms dat internet een grote scheldpartij is.

trots op mezelfIemand ergerde zich enorm aan dit soort teksten.
Ja, dat kan. Als je zou gaan reageren met bijvoorbeeld: ‘Wat is dit een treurige ellende’ zou je duidelijk jouw goede smaak willen laten zien. Maar er bestaat natuurlijk geen absoluut mooi of lelijk, dat is allemaal subjectief. Iedereen denkt anders, vindt andere dingen mooi en heeft een andere behoefte aan aandacht.

Zo’n David Bowie die doodgaat.
Op zich is het niets nieuws dat mensen er iets over willen zeggen. Dat deden we altijd al, maar dan alleen bij de koffieautomaat of op het schoolplein. Nu is er de mogelijkheid om dat openbaar met een groter publiek te delen. Mensen hebben die behoefte. En er is ook nog zoiets als groepsdruk. De een is er gevoeliger voor dan de ander. Je hebt dan het gevoel dat je ook iets moet vinden en zeggen.

Heb je een tip voor onze lezers zodat ze zich minder ergeren?
Natuurlijk is het normaal dat je je druk maakt om extreme uitingen, standpunten of provocaties. Maar je ergeren aan relatief onschuldige dingen: je hebt er alleen jezelf mee. Probeer te bedenken dat voor veel anderen dat bericht wel interessant, mooi, grappig of belangrijk kan zijn. Door die afstand te nemen raakt het jou minder, kan je er relaxter mee omgaan en kan je meer begrip krijgen voor de ander.

de sexbummertest

Hieronder zie je de 27 oorzaken die tot een sexbummer kunnen leiden. Bekijk ze, graaf in je geheugen en tel hoeveel jij er hebt meegemaakt. Kijk onderaan deze pagina wat jouw score je vertelt over jouw persoonlijkheid.

test

Heb je 0 tot 3 sexbummers herkend? Je hebt te weinig geëxperimenteerd op dit gebied of je bent niet helemaal eerlijk. Je bent iemand die een beetje bangig in het leven staat en daarom veel in the box blijft. Dat is niet goed, je moet eruit. Dus hop, ga eens wat experimenteren, daar ben je nooit te oud voor. Doe deze test over een jaar nog eens, hopelijk scoor je dan wat beter.

Heb je 4 tot 15 sexbummers herkend? Je hebt je een periode van je leven goed vermaakt of misschien doe je dat nu nog wel. Dat daar dan wat minder fantastische ervaringen tussen zitten is onvermijdelijk. Daar leer je van en daarom ben je nu een ervaren en wijs mens. Jij kan waarschijnlijk goed inschatten of een situatie te groot, klein, strak, nat of droog is en bent dan snel vertrokken. Je weet wat je wilt en gaat weloverwogen en vol zelfvertrouwen het leven door. Heerlijk!

Heb je 16 tot 27 sexbummers herkend? Je hebt verontrustend veel ervaring met sex en -bummers of je bent niet eerlijk. Ben je soms een tijdje sexverslaafd geweest? Ben je dat misschien nu nog? Door jouw achteloze wijze van omgaan met sex loop je grote kans op vervelende ervaringen. Je kan hierdoor beschadigd raken. Maak een afspraak met een professional, bespreek jouw grote sexdrive en doorleef je vele bummerervaringen. Leer ervan en leef een leven waarin jouw score niet nog meer oploopt. Sterkte!

de ecologische pens

Het was 1996, ik was 26 jaar en werkte in een ecologische winkel. Dat kan ik iedere vrouw die om aandacht van de andere sekse verlegen zit aanraden. Voedsel verkopen doet namelijk iets met mannen. Ze staan voor je in de rij, letterlijk en figuurlijk. Ik heb zelden zóveel mannelijke aandacht gehad als toen. Ik was single en genoot van al die aandacht maar ging er zelden op in. Zelden, want toen die ene leuke vent –stevig gebouwd, groot, intelligente doch vrolijke uitstraling– vroeg of ik een keer wat met hem wilde gaan drinken zei ik gewoon ‘ja’. Want dit was echt een leukerd, vond ik.

Bloednerveus maar vooral opgewonden toog ik naar het kleine bruine kroegje waar we afgesproken hadden. Ik had al ruim twee jaar geen sex gehad. Vooral mijn vriendinnen vonden dat een probleem. Zelf was ik vooral bang dat ik op een gegeven moment dicht zou groeien. En dat is niet handig wanneer je zo’n grote kinderwens hebt als ik in die tijd. Dus ik sprak mezelf bemoedigend toe dat het met deze man best wel eens leuk zou kunnen zijn.

In het kroegje spatten de vonken tussen ons er in eerste instantie helemaal niet vanaf. Hij had opeens een keurige blouse aan (met van die verticale blauwe Jan Lenferink strepen) en praatte over huizen en auto’s… pffff. Ik bestelde een halve liter Paulaner en na de derde halve liter kon ik ergens de sexieheid van deze man wel zien.

Op naar zijn huis… Spannend!

Hij zette een Fellini film aan waar ik geen reet van begreep. Hij was traag, duister en deprimerend. ‘Geweldig, onbeschrijflijk prachtig’, zo voorzag hij de film van commentaar. Ik voelde dat de film óf mijn intelligentiequotiënt ver te boven ging of gewoon van die artistiekerige bullshit was waar ik absoluut niet van hou (ik vrees het eerste, want Fellini: das toch wel een naam). Bij de film schonk hij een stevige Merlot en dat werkte gelukkig goed. Ik had me voorgenomen weer eens sex te hebben en dat ging ik uitvoeren ook. Morgen zouden we wel weer zien.

Enfin, twee uur later vroeg hij of ik bleef slapen en gingen de kleren uit. Bummer: hij had een behoorlijke pens. ‘Niet zo flauw doen’, dacht ik, ‘Ik ben zelf ook de slankste niet’. Ik kon zijn piemel niet zien maar ontdekte al snel dat ie gewoon niet zo groot was en daar ergens onderaan die buik verborgen zat. ‘Klein is toch niet erg?’ sprak ik mezelf opnieuw toe. Size doesn’t matter, weet je wel. Maar heel opgewonden werd ik er niet van. Ik hield al die lelijke gedachten binnen en we begonnen wat te aaien en te doen. Ik begon het net fijn te vinden toen hij opeens zei: ‘Jij hebt best ruwe handen’. Ruwe handen? Ja, dat zou kunnen, had vandaag nog handmatig een vat biologisch-dynamische zuurkool in twintig porties verdeeld en was met olieverf en terpentine in de weer geweest. Toch voelde ik me een tikkeltje beledigd en bovenal: ik werd uit die fysieke trance gehaald. Hij analyseerde verder: ‘Je hebt een lekker formaat borstjes’. Oké, en dit was dan een compliment of? Zo klonk het niet. ‘Je voeten zijn ook ruw’.

….Ja, kom op zeg! Had ik iets over zijn pens gezegd? En over wat daaronder hing? Ik kon nu niet meer achterblijven maar echt gemeen wilde ik ook niet worden. Dus werd het: ‘Jij bent best zacht, bijna vrouwelijk eigenlijk’. Daar schrok ie wel even van, geloof ik. Ik vervolgde: ‘Maar dat komt natuurlijk omdat je een beetje dik bent’. Ha! Punt voor mij. Hij stopte met aaien en voelen en het analyseren van mijn fysieke plus- en minpunten. Er volgde een héél saai praat-intermezzo over hoe slank en gespierd hij altijd was geweest totdat ie in de makelaardij ging werken. Man, wat een oninteressante blufkont!

Even daarna kwamen we toch tot een coïtus, geloof ik. Erg romantisch of heel fijn was het niet. Maar goed; mijn doel was wel bereikt. Alles was weer een keer lekker doorgesmeerd. Ik werkte nog. Dit lijf kon ooit een kind baren, ik was gerustgesteld. Nu nog even lekker slapen en dan kon ik deze meneer gedag zeggen. De Merlot en de Paulaners deden hun werk, ik viel bijna in een diepe alcoholische slaap. Maar al die alcohol was niet opgewassen tegen dé Bummer van de nacht: meneer vetbuik liet, vlak voordat ik in een heerlijk diepe droom (over aardige mannen, liefdevolle mensen en een goede wereld) verdween,  een enorme scheet.

‘Gadverdamme!’, zei ik.
‘Het was maar een scheet hoor’, zei meneer vetbuik.
Ik heb me aangekleed, iets gestommeld van: ‘Nee, je hoeft me niet thuis te brengen, ik woon heel dichtbij, ik slaap liever in mijn eigen bed’
Hij kwam daarna nog regelmatig in die ecologische winkel. Dan glimlachte ik en rekende koeltjes zijn boodschappen (falafel en zuurdesembrood) af. Járen later kwam ik hem nog een keer tegen in Doornroosje. Hij zei: ‘ik was zwaar verliefd op jou in die tijd’.

Ik heb geantwoord dat ik daar NIETS van gemerkt heb.

de apotheek

Tijdelijk ontoerekeningsvatbaar. Waarom papte ik anders aan met een irritante betweter die niet alleen twaalf jaar ouder was dan ik maar ook nog onaantrekkelijk. Geen fijn lichaam. Geen leuk haar. Een ongemakkelijke geur. En dan te bedenken dat er talloze momenten zijn geweest waarop ik van de trein had kunnen springen. Tijd zat om om te draaien en dat wat er gebeurde niet te laten gebeuren. Zoveel kansen om de dingen anders te laten lopen. Vriendschap in plaats van seks. Goodbye in plaats van hello. Nee in plaats van ja.

Maar nee, ik moest zonodig deze man die geen speciale aandacht aan me schonk op zijn knieën dwingen. Ik wilde dat hij naar mij verlangde en dat ik zijn verlangen zou kunnen sturen. Ja, hij maakte een dominatrix in mij los. Ik ergerde me zo aan hem dat ik niks beters wist dan hem te kleineren. In bed welteverstaan. Vanaf dag een wilde ik hem straffen. Die wil is me zuur komen te staan. Tot het einde der dagen zit ik opgescheept met schaamtevolle beelden die feller worden met de tijd.

Waar zal ik beginnen? Bij de eerste keer dat ik met hem mee naar huis ben gegaan. Het
was de avond voor zijn vakantie. Koffers en tassen lagen half gevuld door het hele huis. Lelijke koffers in felle kleuren. Geen handige pakker. Dat zag ik meteen. Aan de muur van zijn slaapkamer hingen geprinte paklijsten. Spullen die hij vooral niet mocht vergeten. Zoals een verrekijker. Opladers. Van die dingen. Maar bovenaan de lijst stond in koeienletters geschreven. Prio nummer één zeg maar. Iets om beslist niet te vergeten.

KONTZALF

Het woord leek zich los te maken van de lijst en zwevend een eigen leven te gaan leiden. Het blies in mijn gezicht terwijl ik stond te hannesen met mijn kleren. Het fluisterde zijn naam in mijn oor toen ik naakt naast de man lag. Terwijl wij zoenden en graaiden, zat KONTZALF me vanaf de bedrand passief aan te kijken. Het maakte me agressief. Ik beet de man totdat hij bloedde. We hadden onze vorm gevonden.

De volgende ochtend probeerde ik voorzichtig te ontkomen. Ik sloop naar de badkamer en deed mijn lenzen in. De neutrale omgeving was ineens vergeven van de informatie. Onder de wastafel, op rekjes tegen de wand en in het medicijnkastje stonden potten en potjes. Een kleine apotheek waarin decente en vrijwel onleesbare etiketten waren vervangen door robuuste exemplaren met grote letters. Ik las AAMBEIEN. Ik las GAL. En ik las op meerdere potjes PROSTAAT.

Het bloed trok uit mijn kaken. Hoe was ik hier beland? Ik wilde maken dat ik wegkwam. Maar de man was inmiddels ook opgestaan. Hij strekte zijn armen uit naar mijn borsten. Wilde in die apotheek een volgende ronde ingaan. Ik zag het oude bloed op zijn lippen. En ging kokhalzend voor de bijl. Seks zonder liefde. Ik bleek er goed in te zijn.

Onze affaire duurde wat, vier weken? Het is de meest bizarre die ik ooit heb meegemaakt. De cocktail van willen en walgen dronk ik leeg tot op de bodem. Uit zo’n krankzinnige chemie kon niks goeds ontstaan. Hij werd jaloers. Begon me te stalken. Misschien niet eens zo gek, denk ik achteraf. We hebben al jaren niets meer met elkaar te maken, maar om mij te sarren schrijft hij kaarten naar mijn oude moeder, die hij een keertje bij mij zag. Al het belastende wat ik haar over hem vertel, is haar korte geheugen al snel weer vergeten. Wanneer ik haar bezoek, toont ze telkens blij weer een nieuwe ansichtkaart. Daarin zit steevast een boodschap voor mij verborgen. Tussen de regels door lees ik altijd KONTZALF.

de vrouw die wel en niet kwam

Bart (niet zijn echte naam), je hebt contact gezocht met Bummer omdat je iets kwijt wilt?
Ja, ik snap soms echt geen fuck van vrouwen en na wat me laatst overkwam al helemaal niet meer.

Vertel maar.
Nou, ik had dit chickie ontmoet na afloop van een concert. Bij de bar raakten we aan de praat. Ze kwam uit Amerika en liep een paar maanden stage bij een of ander hip Brand Identity.. eh iets, een soort reclamebureau. We hadden wel een klik en we hielden allebei van gin tonic. Toen we de deur uitgeveegd werden maakten we de afspraak dat ze de dag erna bij mij Netflix kwam kijken. Er was een nieuwe serie ‘The Getdown’ en die was volgens haar helemaal awesome.
En ze kwam! Ze stond gewoon op mijn stoep met een fles gin, een fles tonic en in een groene jurk die haar heeeel goed stond! ‘Hi stranger’, zei ze en kuste me op de mond. Ze plofte op de bank, ik mixte de drankjes en zocht de serie op. Halverwege de first episode waren we al aan het zoenen. ‘Wat goed is komt snel’, zegt mijn vader altijd. Meestal zit die ouwe er helemaal naast maar in dit geval had ie wel een punt.

Hahahaha, en toen?
Na wat onhandig gefrummel met de kleren aan, nam ik haar snel mee naar mijn slaapkamer voor het echte werk. Ik was al behoorlijk turned on en daarom kwam ik iets eerder dan gepland klaar. Geen nood, de avond was nog lang en ik beschouw het als mijn plicht als man om de vrouw ook een hoogtepunt te laten bereiken. Ik doe dat overigens met veel plezier, hoor.

Dat is netjes van je.
Ja, zo ben ik. Ik begon gemotiveerd met wat handwerk. Met mijn vingers raakte ik haar zachtjes aan. Dat hield ik een tijdje vol. Ze reageerde wel maar het was een beetje lauw. Dit werkte niet. Ik ging wat steviger door. Daarna wat sneller en met wat meer geluid. Ik hijgde ‘sexybaby’ in haar oor. Dat deed ook niks.

Hè nou!
Maar zo snel geef ik niet op, hè. Misschien was ze meer gevoelig voor mijn tong. Dus ik ging downunder to do my thing. Het leek te werken. Ze kronkelde een beetje en ik haalde mijn hele repertoire uit de kast. Beetje plagerig hier, beetje doortastend daar en tegelijkertijd ondersteunde ik met mijn handen de actie.
Maar het duurde lang. Heel lang. Mijn tong en mond werden moe. Ik moest tempotechnisch, zeg maar, effe terugschakelen. Ze greep gelijk haar kans en draaide zich onder me vandaan, pakte haar telefoon en ging haar Insta checken. Ze gaf op. Dat kan ik niet hebben! Het voelt als falen en dat zag ze aan me. Ze zei met een serieus gezicht: ‘I think you were trying too hard’. Als ik een broek aan had gehad was ie op dat moment afgezakt. What the fuck? Nu doen wij mannen weer teveel moeite! Ik snap er echt geen bal meer van.

Misschien vond ze het niet zo lekker wat jij daar deed.
Onzin, ik ben daar echt heel goed in. Anyway, daarna was ze snel vertrokken. Bij het afscheid zei ze: ‘I did like the getdown, though’.  Ze bedoelde de serie.

(Bummer heeft hierna nog lang en intensief moeten inpraten op Bart. Dat ie het gewoon nog een keer moet proberen, dat iedere vrouw weer anders is, dat ie het echt niet allemaal fout doet, enz. Toen we hem gedag zeiden, zag Bart het leven wel weer zitten. Dames, als je iets niet lekker vindt, vertel zo’n man of vrouw dan effe hoe ze het wel moeten doen. Voor jezelf maar ook voor hem/haar!)

de afknappert

Een maandenlange voorbijfietsflirt ging vooraf aan het moment dat hij afstapte en vroeg of ik een keer met hem uit wilde. Hij was een van de ‘projecten’ zoals ik en mijn vriendinnen de jongens noemden waar we een oogje op hadden. Deze was helemaal mijn smaak: knap, met zo’n hip baardje en een beetje verlegen blik.

Ik wilde wel. Natuurlijk! We spraken af om uit eten te gaan. Het moment dat ik het restaurant binnenliep was superspannend. ‘Wat zie je er mooi uit’, was het eerste dat hij zei. Dat is een goeie binnenkomer. ‘Jij ook’, zei ik en hij vertelde dat hij lang voor de kast had gestaan om te beslissen welke blouse hij aan moest trekken. Geinig dat jongens dat ook hebben.

Ik ging zitten, we glimlachten met blozende wangen naar elkaar en we gingen praten. We hadden het over de dingen die je nu eenmaal wilt weten als je elkaar leert kennen. Hij woonde in een kraakpand en studeerde Russisch, maar hij wist niet of hij ermee door moest gaan. Informatica was ook interessant en culturele antropologie ook. Hij vertelde over zijn ouders waar hij nog trouw elk weekend naartoe ging om de was te doen. Maar dat het misschien beter was om zelf een wasmachine te kopen. Al snel vertelde hij over zijn vorige vriendinnetjes. Dat het nooit echt lukte omdat ze allemaal op de een of andere manier ergens op afknapten. Hij snapte niet waarom. Hmmm.

Omdat hij niet veel aan mij vroeg had ik de tijd om flink wat alcohol achterover te slaan. En zoals vaak na een paar biertjes: ik  luisterde niet meer echt want ik had zin om te zoenen. Dwars door het verhaal over zijn kat, waar hij nog geen naam voor had bedacht, vroeg ik: ‘Zullen we naar jouw huis gaan?’

Toen we aankwamen op zijn kamer ging ik gelijk over tot actie. Ik duwde hem tegen de muur en begon met zoenen. Zijn tong bewoog wat slapjes dus ik nam de leiding maar. Hup, shirt uit, broek naar beneden, mijn kleren rats rats uit. ‘Wil je misschien wat drinken?’ vroeg hij. ‘Ik heb bier, wijn, wodka, maar als je dat niet wilt kan ik ook wel thee ….’ Nee, ik wilde niets drinken, ik wilde hem! Passie, wild gedoe, zoals ik het me in mijn stoute dromen had voorgesteld! Niet meer denken maar onze natuur zijn gang laten gaan!

‘Vind je dit fijn?’ vroeg hij toen hij heel zachtjes mijn wang streelde. ‘Of zal ik je iets steviger aaien?’ Aaien? Zei hij dat echt? ‘Het mag wel wat steviger, ja’, zei ik en ik gooide hem op het bed. Ik liet hem even begaan. Hij liet zijn handen teder over mijn armen gaan en zoende ondertussen mijn voorhoofd. ‘Lig je lekker?’, vroeg hij. “Wil je een extra dekentje of heb je het misschien te warm, zal ik de deken eraf halen?’ Er gebeurde iets bij mij. Of eigenlijk gebeurde er helemaal niets meer bij mij. Vraag me niet hoe, maar we hebben het wel afgemaakt, die vrijpartij. Ik ben vergeten hoe. Daarna ben ik in slaap gevallen. Om 4 uur ‘s nachts werd ik wakker, enigszins ontnuchterd.  ‘Ik moet hier weg’, wist ik en zachtjes sloop ik het huis uit.

Een tijdje daarna kwam ik hem tegen. Hij vroeg me waar ik op afgeknapt was. Ik verzon een smoes want kreeg het niet over mijn hart om de waarheid te zeggen. Hij was al zo onzeker.

het is niet alles goud wat blinkt

Voor de spanning zocht ik op internet naar een sexdate. Het is onzin dat uiterlijk er niet toe doet; sex wil je met een mooie vent. En ik had er een gevonden. Na wat heen en weer gemail, prikten we een datum. Aan de foto’s zou ik hem wel herkennen. Jong, mooi, getint, prachtig zwart haar met een lok over zijn voorhoofd. Mmm…

We spraken om half tien ’s morgens af in Apeldoorn. Hij had daarna een vergadering en ik een afspraak met een klant. Dat werd een superochtend! Vol verwachting stapte ik om half negen in de auto. Lippen gestift, alles in model. Shit: een en al omleiding. Onbarmhartig tikte de klok door. Alle tijd in de file ging van onze rendez-vous af. Om tien uur kwam ik eindelijk aan op de afgesproken plek. Spannend! Was hij echt zoals op de foto’s?

Hij stond al vanaf negen uur te wachten. Toen hij me zag, stapte hij uit en gaf me een prachtige, ondeugende lach. Kaarsrechte witte tanden. Raar om met een onbekende willekeurig ergens in Nederland af te spreken om sex te hebben. Even twijfelde ik, maar zijn glimlach verbleekte al mijn onzekerheid. We gaven elkaar een beleefde kus (stom eigenlijk, als je weet wat je daarna gaat doen) en liepen naar de receptie. Er was nog geen kamer schoon, zei de receptioniste: ‘Maar jullie kunnen nog wel even koffie drinken’.

Zonder op antwoord te wachten, ging ze ons voor naar een enorme bar waar drie poetsvrouwen met stofzuigers in de weer waren. Alles wat ik wilde was géén koffie drinken. En al helemaal niet in een naar schraal bier riekende bar met vaste vloerbedekking waar drie in helgeel polyester gestoken dikke damesderrières aan het zuigen waren. Maar de receptioniste had geen tijd voor weerzin. Ze zou ons wel halen als er een kamer vrij was. Pfff, dat was raar. Beetje gespannen was het wel. Met hakkelend gepraat over koetjes en kalfjes probeerden we de stofzuigers te overstemmen terwijl we allebei maar aan een ding dachten. Sex.

Eindelijk was er een kamer voor ons, het was inmiddels elf uur. We waren nog niet binnen of hij drukte me tegen de muur. Blijkbaar hadden de koffie, de stofzuigers en het moeizame gesprek geen effect op zijn libido. Hij zoende me vurig en trok soepel mijn jurk omhoog. Hèhè, eindelijk! Het wachten was de moeite waard geweest. Met die prachtige lok zwart haar die ritmisch over zijn voorhoofd kwispelde, het gouden kettinkje dat, als hij bovenop lag, steeds tegen mijn gezicht aan sloeg. In stilte bad ik dat het echt goud was. Als er nikkel inzat, dan zat ik zo onder de bultjes. Maar wat maakte het uit, bultjes, stofzuigers, dikke derrières, files en omleidingen, de tijd… Eindelijk was het zover en het was twee uur lang geweldig.

Hij, als gentleman, trok zijn portemonnee. ‘Dat is dan 280 euro, meneer.’ Mijn mond viel open. ‘Tweehonderdtachtig?’ ‘Ja,’ verklaarde de receptioniste onverstoorbaar, ‘vóór 12 uur is een dag en na twaalf een andere dag.’ Ik schrok me dood, wilde het hotel woedend de schuld geven, maar de mooie vent pakte zijn goldcard en betaalde alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Het was een duur en kort ochtendje maar het was het geld dubbel en dwars waard.

Buiten vroeg hij mij de helft naar hem over te maken. ‘Of heb je het cash bij je?’ Ontdaan staarde ik zijn achterlichten na. De eerste bultjes op mijn kin kondigden zich kriebelend aan.

eetlust

‘Mijn vriendin Elise is een echte bourgondiër. Meestal is dat een verhullend woord voor iemand die te dik is. Dat is zij niet. Eigenlijk een wonder als je weet wat ze allemaal eet. Maar goed: Elise vond dat ons sexleven wel een impuls kon gebruiken. Ze wilde dat doen met, hoe kan het ook anders: eten. Het leek haar spannend om mij bijvoorbeeld op te spuiten met slagroom en het er dan af te likken. Beetje cliché, vond ik, maar toe maar. Je zegt als man niet snel nee tegen een vrouw die sex voorstelt.

Ik naar boven, naakt op het bed. Zij erachteraan met de slagroomspuit en een pot kersen op sap. Ik moest me omdraaien. Elise spoot toefjes slagroom in het holletje van mijn rug en garneerde die met steeds een kers. Daarna ging ze ze opeten en telkens als ze met haar tong mijn huid aanraakte voelde dat effe heel spannend. Na 10 minuten was de spuit leeg en waren de kersen op. Elise hopte uit bed, haastte zich naar de keuken en kwam terug met zowat de hele inventaris van de koelkast. De halve Hema rookworst verontrustte me. Ik lag inmiddels op mijn rug. Elise sneed plakjes van de rookworst (pfff), legde die op mijn tepels en stapelde daar een blokje kaas en een zilveruitje op. Het was lekker toen ze dat in zijn geheel van mij afhapte. Veel tijd om te genieten was er niet want Elise was in de weer met een restje kip. Zorgvuldig legde ze stukjes om mijn edel deel. Daarna liet ze er langzaam wat whiskey-cocktailsaus op druppen. Best geil. Met smaak verslond ze het. Elise was op stoom. Ik moest we weer omdraaien. Ze smeerde mijn billen in met pindakaas en belegde ze met plakjes banaan. Het was heerlijk toen ze het ophapte en aflikte, ik was inmiddels best opgewonden. Elise ging naar de badkamer. Daar hoorde ik haar wat ingehouden hoesten en de wc twee keer doortrekken. Toen ze terugkwam zag ze wat pips. ‘Ik voel me niet zo lekker’ zei ze. Ze kroop in bed en was in no-time vertrokken.

Daar lag ik dan: half stijf en heel plakkerig. Dat half stijve verdween snel maar toen ik ’s ochtend wakker werd waren mijn benen ter hoogte van mijn kruis door de achtergebleven whiskey-cocktailsaus helemaal aan elkaar vastgeplakt. Het bed rook sterk naar pindakaas en bij mijn tenen lag een verdwaalde kers. Toen ik onder de douche stond rook ik vanuit de keuken alweer de geur van gebakken eieren met spek. Ik had er effe helemaal geen zin in.’

het grote onvermogen

Sex na je zestigste: hoe leuk is dat? Natuurlijk , er zijn tal van loving couples die het nog steeds 3x per week doen (werkelijk?!), maar bij sommigen wordt het toch echt minder. De lust neemt af, het lijf werkt niet mee, kort gezegd: de ouderdom komt met gebreken. Bummer sprak met Harry D, ijdel genoeg om zijn leeftijd niet prijs te geven (‘Schrijf maar: al een eindje in de zestig’), maar mans genoeg om wél over zijn grote probleem te praten: een slappe lul.

Als hij de voordeur opent, valt meteen op dat je het hem niet zou geven, dat eindje in de zestig. Harry heeft een flinke bos haar, een ferme handdruk en een schalkse twinkel in zijn donkerbruine ogen. Een man om, zeg maar, een beschuitje mee te willen eten. Hoewel: Harry heeft een erectieprobleem. Hij wordt nog wel geil, maar houdt hem niet hard.

Aan zijn woonkamer zie je het niet af. Alles straalt uit: hier woont een geslaagd man. Een erg leuke man bovendien. De meubels zijn met zorg gekozen (een Chesterfield bank! Gispen stoelen! Een Piet Hein Eek kast!) en overal liggen warme, dikke kleden, het huis omhelst je als het ware. Ja, als inrichting van een man (schoon, gezellig, met zorg gekozen) is dit helemaal niet verkeerd. Een dikke kat ligt opgerold te zonnen op een kussentje in de vensterbank.

‘Ik ben een echte womanizer’, geeft Harry direct toe als we achter een kop thee zitten. ‘Ik hou van vrouwen, en zij houden van mij. Ik ben ook altijd eerlijk: ik ben geen man voor in een kooitje; ik hou van sex en wil ook best een avondje met je voor Netflix hangen, maar ik ben niet het type dat zich bindt. Als je daar duidelijk in bent naar vrouwen toe, vinden de meesten dat juist een pre. Sex en vrijheid gaan goed samen. Natuurlijk heb ik ook wel eens problemen gehad, dat zo’n vrouw verliefd werd en dat je dan een hoop gedonder kreeg, maar over het algemeen word ik wel geaccepteerd zoals ik ben.’  Harry doopt een Bastognekoekje in zijn Pols Potten-kopje waar een blote vrouw een bad in neemt. Een klok tikt. De helft van het koekje valt op zijn schoot vlak voor hij het in zijn mond wil stoppen. Harry grijnst: ‘Dat deed ik expres hoor. Om je verhaal wat ondertiteling te geven. Mooie beeld bij het verhaal, toch?’

Liefjes glimlach ik terug. Harry grijnst als een volbloed versierder en ongevoelig ben ik niet. Hoewel: ‘We zouden het over je lul hebben’. Soms kun je een onderwerp maar beter meteen erin rammen.
‘Ja, mijn lul…’ Harry wrijft de kruimels uit zijn mondhoeken. Mijn blik flitst langs zijn kruis. Daar slaapt het monster. Harry neemt een slok van zijn thee. Hij pakt nog een koekje. Zijn kiezen vermalen hem op de maat van de klok tot kruimels. Weer kuist hij zijn mond. Het grote L woord hangt als een zwaard van Damocles tussen ons in. Even vrees ik dat Harry zich terugtrekt, dat hij toch besluit niet aan het interview mee te werken. En geef hem eens ongelijk. Praten over erectieproblemen doe je niet. Potent moet je zijn. Ballen moet je hebben. Maar mijn vrees is ongegrond: Harry heeft misschien een slappe lul, maar is het niet.

‘Zoals ik al zei: ik heb veel vrouwen bemind. Maar de laatste paar jaar laat mijn piemel het vaak afweten. Dan ben ik geil, dan lig ik met een heerlijke vrouw in bed, dan strelen we en zoenen we en gaan we richting neuken en dan, ineens, zakt de hele boel als een kaartenhuis in elkaar. Geen leven meer in te blazen. Pijpen helpt niet. Niks helpt. Nou ja, soms als ik er zelf een beetje aan ga trekken, maar jezus, dan voel ik me zo…’ De klok tikt weer. Ik kan me wel voorstellen hoe Harry zich dan voelt. Mislukt. Ontmand. Geflopt.
‘Eenzaam.’ Harry doopt zijn koekje weer in de thee en zuigt er nadenkend aan.  We luisteren naar de klok. Gek is dat: juist door het tikken van de seconden lijkt de tijd stil te staan. Erecties verslappen, koekjes verweken en alle vragen die ik had zijn opgelost in vergetelheid. Tik tak, tik tak. Dan een gong: vijf uur. Harry springt op: ‘Maar jezus, wat zit ik te lullen. Wat moet ik er verder nog over zeggen? Wil je nog iets weten? Of liever een borrel? Het mag, het is vijf uur. Wijntje?
Over series op Netflix kun je ook leuk praten. Het gezelschap is prettig, de wijn is goed. En ach, neuken… Het is zo overgewaardeerd…

vakantiebummerwedstrijd 2016: de uitslag

We werden overstroomd met vakantiebummers;) Omdat het zoveel was, zijn we genoodzaakt slechts een selectie weer te geven van alle inzendingen. De winnaar van de bummermok wordt aan het eind van het artikel bekend gemaakt!


 

freddo_klein

Lieve Bummermensen,
Vorige week was ik in Italië. Omdat een mens niet de hele dag Aperol Spritz kan drinken, bestelde ik maar eens een ijskoffie, althans, dat dacht ik toen ik om een caffe freddo vroeg. Ik zag zo’n smeuïge koude romige cappuccino voor me. Beetje sneu: ik kreeg een plastic bekertje espresso en een plastic bekertje met ijsklontjes… Bummer!
Lieve groetjes, Annemarie

Lieve Annemarie,
Tsss, en die Italianen altijd maar opscheppen over hun koffie. Wat een flutbakkie freddo. Tip: bestel voortaan een cappuccino freddo, dan krijg je er in ieder geval zo’n lekkere schuimlaag op. Lieve groet van Bummer


ravensburger_klein

Het is echt waar! We troffen in een van de slaapkamers van ons vakantiehuis in de Ardennen een originele Ravensburger. Groet, Vonny

Lieve Vonny,
Wij vinden vooral de Ardennen sneu voor je. Zo’n Ravensburger is toch ook wel ontroerend? Al die vakjes inkleuren, tis niet niks hoor. Tip: ga eens wat verder weg op vakantie. Liefs van Bummer


13707687_1617079568603391_2994985038180583771_n 13718712_1617098478601500_3859481246970869400_n 13775590_1617099485268066_576556204555497016_n


Dit soort dingen, mijn hele lijf onder de vlooienbeten! Kreta, voorjaar 2016 (ps. ik lieg hier niet). Over die giga kakkerlak: ook nu weer, ik lieg niet. Op blote voeten naar de douche, aaah gatsie…..

Groet van Arnoud B.

Lieve Arnoud,
Die Grieken, het zijn af en toe viespeuken, hoor. We hopen dat de bultjes inmiddels wat weggetrokken zijn en dat je weer zonder teenslippers durft te douchen. Sterkte en liefs van Bummer


Dat je op een zomeravond heerlijk op een terras zit met uitzicht op zee en een drankje. Dat er dan een ouder echtpaar met zestig kilo stank, (=hond) naast je neerploft. En als die zestig kilo ondraaglijke meur dan all over the place en dan met name in mijn buurt is, de man een halfslachtige poging tot correctie doet (‘Kanjer, AF!’) en dan zegt: ‘Vindt u t erg?’ Als dit geen Bummer is weet ik t ook niet meer…. Kalien Blonden

Lieve Kalien,
Wat heerlijk dat je je zo goed boos kan maken. En terecht hoor; een meurende hond is niet te doen. Het grappige is dat, als wij van Bummer nu een grote hond zien lopen, we vanbinnen moeten lachen en denken: ‘Zestig kilo stank’. Dankjewel! Liefs van het Bummerteam


Inzending van Ivy. de B. te N.

Lieve Ivy,
Schokkend, letterlijk en figuurlijk! Misschien volgend jaar toch maar een huisje huren? Liefs van Bummer


Om een uur of tien doken we ons tentje in. We hadden de nacht ervoor gevlogen en dus weinig geslapen, we waren MOE. Op het moment dat mijn hoofd het opblaaskussentje raakte, begon in het café naast de camping de live band te spelen. Shit. Het was een Turks-achtig jengelgebeuren. Elk liedje leek op elkaar en ging in de laatste minuten steeds sneller. De viool ging dan helemaal los. Toen de liveband om 3.30 (!) stopte had ik voor de rest van mijn leven de schurft aan viool.  De volgende nacht speelde de band weer. Het café aan de andere kant van de camping had deze avond ook een live band. De aangeschafte earplugs hielpen gelukkig wel iets. De dag erna gingen we naar een andere camping, 5 uur reizen verderop. ‘Is it quiet?’ vroeg ik aan de eigenaresse. ‘Yes, very quiet!’ Opgelucht deden we de rugzakken af. ‘And tonight we have live music!’, zei ze blij. Neeeeeeeee! Groet van Juliette

Lieve Juliette,
Het Middelandse Zee-gebied wordt heel de zomer geteisterd door kutmuziek. We raden je aan volgend jaar naar Scandinavië te gaan. Daar hoor je alleen soms een zalm plonzen. Liefs van Bummer


IMG_3970Ook toen we (wat eerder dan gepland) naar huis vertrokken regende het heel hard. Groet van P.L.

Jeetje! Maar je hebt wel een stoere man, P.L.! Liefs van Bummer

 

 

 

 

 


DE WINNAAR VAN DE VAKANTIEBUMMERWEDSTRIJD

Zomervakantie 2016: Ik had 5 weken vrij en ik ging niet weg dus ik had een paar klussen ingepland. Dingen waar je in de loop van het jaar gewoon niet aan toe komt weet je wel. Voor week 1 had ik mijn achtertuintje staan. Een postzegelgroot stadstuintje waar ik de veel te grote pruimenboom uit wilde halen, de bamboe wilde verwijderen, lelijke oude tegels eruit en dan alles egaliseren en herinrichten tot een onderhoudsvriendelijke tuin. Het bleek íets meer werk te zijn dan ik had gedacht: het snoeien van de 30 jaar oude pruimenboom, met een handzaagje, in de bloedhitte….kostte me al die hele eerste week. Daarna moest het snoeiafval nog afgevoerd worden (netjes in bundels van maximaal 1.50 m gebonden, regels van DAR weet je wel) en moest de stam en het wortelstelsel nog uit de grond. Week 2 liep inmiddels bijna tot haar einde. Door naar de bamboe. En ik wist heus wel dat bamboe een woekeraar was en dat het een klus zou worden om deze, ook al 30 jaar oude, bamboe te verwijderen. Maar dat het zó erg was….ik heb gezweet, ik heb gebloed, ik heb gehuild, ik heb een bamboe allergie opgelopen (grote rode plakaten met miniscule jeukende bultjes) de schop van de buurman gemold (brak gewoon af onder mijn immense kracht), ik was de wanhoop werkelijk nabij. Klein lichtpuntje: mijn 14 jarige zoon wilde op een gegeven moment wel helpen (voor 1,50 per uur dan hè; ‘Nee mam, voor niets gaat de zon op’)…en dat was eigenlijk nog het hoogtepunt van de hele bamboe-sessie: mijn puber zien werken. En ik even vanachter het keukenraam toekijken en aanwijzingen geven. Relaxt! Maar…om een lange bummer kort te maken. De vakantie is voorbij. Mijn tuin is leeg. Maar dan ook echt léég. Het is een zandbak, op goede dagen kan ik er met een beetje fantasie een privé-strand in zien. Manlief heeft al besloten een paar dagen vrij te nemen want…..oh lord ik hoop dat we voor de herfstvakantie deze klus geklaard hebben. Over die andere klussen die ik ingepland had voor de vakantie maar te zwijgen…. Groet van Nienke

Lieve Nienke,
Niet op vakantie en dan ook nog dit! Gelukkig hebben wij van Bummer er wel erg om gelachen want je hebt het heel fijn opgeschreven. En je hebt er de bummermok mee gewonnen. Veel plezier ermee! Liefs van Bummer

Nienke staand klein

 

 

 

 

 

 

 

 

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

bummer is boos

Vrijdag 19 augustus

Vandaag kreeg Bummer dit waargebeurde verhaal over iets dat gisteravond heel erg mis ging in het centrum van Nijmegen. Lees het en vertel ons wat jij denkt dat we kunnen doen.

‘Het was koopavond geweest in de stad. Ik liep richting huis en stond even stil om mijn liefje een bericht te sturen dat ik er zo aan kwam.
Achter mij hoorde ik mannenstemmen. “Hee zullen we dat meisje even opwarmen.” Ze kwamen steeds dichterbij. Het waren drie mannen die mij van achteren naderden.
“Hee meisje, wat sta je daar alleen. pssst sssshh.” “Kom we gaan haar pakken.”
Ze stonden nu bijna tegen me aan.
Ik werd ontzettend bang en glipte tussen ze vandaan, liep met snelle pas naar de overkant van de straat en keek ze niet aan.
Geen contact dacht ik, wegwezen.
De mannen begonnen te roepen: “Dat is geen meisje, dat is een vrouw!” “Gadver die hoeven we niet meer.” “Die is al geweest.”
“Die heeft de oversteek al gemaakt.” “Gepasseerd, overgestoken.”
Het werd steeds naarder. “Ouwe kop.” “Die lusten we niet meer.”

Ik ben 38.

Ik rende naar huis.
Thuis aangekomen vertelde ik het relaas tegen mijn lief.
“Ik ga ze in elkaar slaan!”
Nee liefje, dat doe je niet. Ze waren met z’n drieën. Ze hadden dikke buiken en ze waren groot en ouder, schatting 50 jaar.
“Je moet niet meer ’s avonds alleen naar buiten gaan.”

Zei hij dat nou echt?

Ik voel me onthutst. Op heel veel fronten voel ik me heel naar.
De dreiging. De angst. De kwetsbaarheid. De belediging.
Heb ik echt een ouwe kop? En waarom trek ik me dit in godsnaam aan?
Wie zijn die mannen dat ze me zo beledigen?
En ben ik nou meer beledigd dat ze mij intimideerden of dat ze me niet meer wilden intimideren omdat ze het mij niet meer waard vinden om me te intimideren?
Ik probeer de gelaagdheid van mijn onthutsing af te pellen.

Hoeveel vrouwen worden dagelijks op deze manier beledigd?
Hebben mannen hier ook last van?

Wat moet ik doen om hier boven te staan?
Lieve Bummer.. help!’

Misselijk en boos wordt Bummer hiervan. Omdat het nogal een groot probleem is vragen wij jou, Bummerlezer, wat er moet gebeuren. Moeten we  proberen deze mannen te veranderen, maar hoe dan? Moeten vrouwen leren om zich niets van deze rotopmerkingen aan te trekken? Zou het helpen om op zo’n moment in gesprek te gaan met die mannen? Moeten we aangifte doen van dit soort gebeurtenissen? Wat vinden jullie?

Stuur je reactie naar info@bummermagazine.nl

de biebmoeder en de bouvier

Mijn zoon is kleuter en gaat naar school. Ik zet mijn beste beentje voor en word biebmoeder. Dan krijg je van de juf een kratje voor de boeken en de biebpas van de klas.

In de herfst moet mijn eerste kratje boeken ingeleverd worden. Het waait, het regent en het wordt al eerder donker. We gaan met de auto en ik parkeer op een plek waar wat bladeren liggen. Ik stap uit, haal kleuter uit zitje, doe de achterklep omhoog, haal het volle kratje eruit, let ondertussen goed op mijn kleuter die rond de auto springt en zet het kratje neer om de auto af te sluiten. Met zwaar kratje en kleuter loop ik de bieb in. Goed bezig.

Het kratje zet ik op de balie. Voor een lieve biebdame. Vlak daarna zie ik boven haar het bordje ‘lenen’ hangen en ze verwijst me naar de andere kant van de balie. Bij inleveren. Ik pak het kratje vast en schuif het in één krachtige beweging ruim anderhalve meter naar links. Verschrikte gezichten. Het is me gelukt om van de auto naar de balie een hondendrol, van een bouvier ofzo, onder het kratje mee te nemen.

Op de balie een brede, bruine, stinkende streep hondenstront.

 

Tekst: Pascale Companjen

de flirtende filmfans

Hoe ik er verzeild raakte weet ik niet meer. Haalde ik mijn vrijgezelle vriendin over of zij mij? In ieder geval stonden we daar met zijn tweeën aan de bar van Villa Lux, allebei schoongeboend tot we ervan glommen en zo goed gestreken dat alleen ons voorhoofd nog gebreken vertoonde. En ons hart, maar dat zag niemand.

Het was filmflirt-avond en om ons heen stonden meer mensen te glanzen, allemaal op een reuze ontspannen manier. Gastvrouw Doro was druk aan het redderen: vielen we op mannen of vrouwen? Hadden we misschien al iemand gespot die ons aantrok? Nee? Misschien eerst even een drankje doen?
Die laatste suggestie was de juiste. Met allebei een glas rood achter de kiezen betraden we de filmzaal, waar de gastvrouw druk doende was de jongens met de meisjes te mixen. Ik snapte wel waarom dat moest, maar wilde ineens alles behalve flirten. Help! Zonder al te veel op te vallen, probeerde ik te voorkomen dat mijn vriendin van mij werd gescheiden. Het lukte. Opgelucht zeeg ik naast haar in het pluche, ik greep nog net niet haar hand.
Naast mij plofte een grote baardige man neer die zich voorstelde als Harm. We schudden handen – de zijne warm maar droog, de mijne hopelijk ook – en braken het ijs verder niet.

Godzijdank, de film begon. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik geen idee meer heb hoe hij heette. Het was iets met een man en een vrouw die heel erg ingewikkeld deden maar elkaar uiteindelijk tóch kregen. Net als in het echt, maar dan andersom. Aan het eind werd er geapplaudisseerd, heel gek, maar ik deed toch maar mee. Dat hoorde hier blijkbaar zo.
Eenmaal terug in het café wilde ik het liefst zo snel mogelijk naar huis. Maar helaas, mijn vriendin had andere plannen. ‘Kom, nog één drankje.’ Nou vooruit, een vriendin laat je niet in de steek en het eerste glas had goed gesmaakt. Daar was Doro weer, met dezelfde vraag: hadden we misschien iemand gespot aan wie ze ons kon voorstellen? ‘Nee hoor!’ riep ik net iets te hard, ‘We gaan zo.’
‘Nou, ik wel hoor’, zei mijn vriendin. En ze wees naar een smalle donkere jongen die wat achteraf stond. Doro greep de arm van mijn vriendin en leidde haar vriendelijk van me weg. ‘Kom, dan stel ik jullie even aan elkaar voor.’
Daar stond ik. Ganz alleine auf zwei Beinen. Ik zette mijn goede vriend Wijn stevig aan mijn lippen, maar het baatte niet; binnen een oogwenk stonden Harm en nog twee veel te jonge jongens om me heen. Vooruit, daar gingen we. ‘Hoe vond je de film?’ ‘Ben je hier voor het eerst?’ ‘Ik heb je niet eerder gezien.’ ‘Ga je wel eens naar OZO?’ ‘Zit je ook bij single-events?’ De vragen van de heren trokken het gesprek niet echt vlot en mijn antwoorden hielpen ook al niet echt mee. “Mwah’. ‘Ja.’ ‘Ik jou ook niet.’ ’OZO?’

Met een schuin oog op mijn vriendin, die in een geanimeerd gesprek leek verwikkeld waaruit ik afleidde dat de avond nog lang ging duren, besloot ik de tijd te doden met een wedervraag: ‘Welk boek ligt er op je nachtkastje?’
‘Boek?’ De eerste veel te jonge jongen keek alsof ik hem een oneerbaar voorstel deed, wat in deze omgeving toch heus zo gek nog niet was. ‘Ik lees nooit boeken.’ Hij klonk alsof hij zojuist drie zeehondjes met blote handen voor de kaken van een hongerige walrus had weggesleept.
‘Ik lees alleen maar stripboeken’, zei veel te jonge jongen Twee. ‘Ik ben nu al mijn Suske en Wiske’s aan het herlezen. Voor de zoveelste keer.’ Het joch straalde erbij. ‘Op mijn nachtkastje ligt nu Suske en Wiske en de Gladde Glipper. Ken je die? Zo gaaf!’
Hoopvol wende ik mijn blik naar Harm, maar daar stond Doro ineens naast hem. ‘Sorry jongens, ik neem Harm even mee. Vind je dat goed Harm? Er is een dame die graag met je wil kennismaken.’ Harm knikte onwillig en liet zich meevoeren. Toch nieuwsgierig denk ik. Tja, kon je hier eigenlijk wel nee zeggen?
Veel te jonge jongen Twee greep zijn kans. ‘Voor de Gladde Glipper, las ik Suske en Wiske en de Lachende Wolf. Ik lees ze op volgorde, snap je? Ze hebben allemaal een nummer. Na de Gladde Glipper, nummer 149, komt Het Spaanse Spook, nummer 150. Daar verheug ik me nu al op. Die is zó spannend!’
Ik keek naar de vloer. Ik keek naar het plafond. Ik keek naar de barman. Ik keek naar mijn hunkerende vriendin die de afstand tussen haar en de smalle jongen steeds kleiner maakte. Ik keek naar Harm die niet helemaal op zijn plek leek. Ik keek naar de vrouw die Harm had ontboden, haar pony was zo recht geknipt dat de rest van haar gezicht scheef leek te staan. Ik keek om me heen om te kijken of ik iemand zag waaraan ik voorgesteld wilde worden. Ik keek om me heen om te kijken of ik iemand zag die mij zag. Ondertussen ratelde jongen Twee door over Mollige Meivissen en Wervelende Waterzakken. Jongen Een was allang afgehaakt. Mijn oog viel op het bordje ‘Toiletten’. Natuurlijk!
‘Ik moet even naar de wc.’
Jongen Een keek verslagen op het forse horloge om zijn magere pols, maar jongen Twee praatte gewoon verder. ‘Het Kregelige Ketje, die zou je eens moeten lezen’, hoorde ik toen ik me omdraaide. De reden ging verloren in het kroeggedruis. Snel schoot ik mijn vriendin aan. ‘Ik hou het niet langer uit, ik wil naar huis.’
‘Prima’, zei ze, ‘Ik blijf nog even.’
Ik knikte haar jongen gedag en zag vermoeidheid in zijn ogen. Snel schoot ik onder het bordje toiletten door naar de uitgang.

Bij mijn fiets had ik niet zo snel het sleuteltje paraat. Achter mij naderden voetstappen. Het zweet brak me uit. Jaszak links, jaszak rechts, waar was dat ding? Iemand kuchte. Broekzak links, broekzak rechts? Hebbes!
‘Kom hier dat ik u kus’, baste een stem achter me.
Mijn slot sprong open. Met fiets en al ging ik in de achteruit en botste daarbij bijna tegen Harm aan. ‘Nu even niet’, lachte ik verontschuldigend naar hem. Alsof ik op de vlucht was voor de kudde dorstige mannen uit de Bavariareclame, zo snel schoot ik door de straten. Kom hier dat ik u kus. Dat boek lag ook op mijn nachtkastje.

Tekst: Sanne Soetebier

als het lachen je vergaat

Als je met iemand kon lachen, was het met Tara. Het is voorgekomen dat vergaderingen zo erg uitliepen dat onze mannen ons op moesten komen halen. We hadden dan een aardig slokje op. Tara was geweldig.
Ooit had ik met mezelf afgesproken, als ik er nieuwe vrienden bij zou ‘nemen’, moesten ze humor hebben. Nou, Tara werd me als het ware in de schoot geworpen. Ik was van baan veranderd en zij was mijn collega geworden.

Mijn ouders hadden een vakantiehuis op Texel. Wij, ons gezin, gingen daar elke zomer naar toe. Maar dat huisje stond daar maar te staan. Ik bedoel dat er ook tijden waren dat de zee rond Texel geweldig was en het weer super. En er niemand gebruik maakte van het huis.
Zo kwam ik op het idee om er weer eens een weekendje heen te gaan. Niet met het gezin, maar met collega’s. Ik had zin in lachen, gieren, brullen en een borreltje.
Natuurlijk vroeg ik Tara als eerste! En ook Marlies, wij waren een gouden trio. De een gaf aan, de volgende nam ‘m over, de derde zette ‘m neer. Wij deden nooit normaal. Eerlijk gezegd soms wel even, we begonnen serieus, het eindigde altijd schunnig en hilarisch onbedaarlijk.

Wij naar Texel op een vrijdag. Aangekomen nestelden we ons op de bank en namen een borrel. We aten wat toastjes met smeerseltjes.
En ik wachtte af. Het moment zou zeker komen dat we van de bank af zouden rollen. Ik was ervan overtuigd. We praatten wat. Tara zei dat ze moe was. Dat was best logisch op vrijdagavond na een week werken en een aardig reisje.
Ze ging vroeg naar bed.
Het moment dat we met tranen over onze wangen, slap van de lach en dat eindeloos rekkend, zouden brullen, zou zeker komen. Dat was altijd zo als wij drieën bij elkaar waren. We hadden nog de hele zaterdag voor ons.
Marlies en ik pookten wat in de open haard en zij vertelde dat Pieter-Hein, haar man, vroeg kaal geworden was en ook kwabjes had. Tara zou daar gigantisch op gereageerd hebben, maar ja, zij sliep. En mij schoot zo gauw niets te binnen.
Wij gingen ook bijtijds naar bed, met het voornemen om de volgende dag uitgerust te zijn en de dag goed te benutten.

De volgende ochtend gingen we eerst boodschappen doen en daarna een strandwandeling maken. Tara had het koud en kroop zo’n beetje weg in haar lange jas. Haar sjaal maakte het geheel af, waardoor alleen haar ogen nog te zien waren. De eerste strandtent vluchtte ze in om op te warmen, wij ook.
Ze bleef in haar cocon en nipte aan haar hete koffie. Toen ze weer wat opgewarmd was, gingen we verder met onze wandeling. Dat was tot de tweede strandtent, ze had het weer koud.

Twee uur later waren we terug in het huisje. Tara moest in een warm bad om op temperatuur te komen.
Tegen de avond zagen we haar weer, in een badjas. Ik besloot haar een borrel in te schenken. Het grote lachen mocht van mij wel beginnen. Morgen zouden we al weer vertrekken en een beetje bijtijds, om thuis nog te kunnen acclimatiseren voor de werkweek weer begon.
Tara nipte aan de Licor 43 en schonk er al gauw weer een in voor zichzelf. Ze gaapte uitvoerig, kroop in een hoekje van de bank en trok haar benen op onder de fluffie badjas. We dronken onze borreltjes en het was stil.
God, waar moesten we het over hebben? Ik had geen idee. Had de stilte van de natuur ons ook stil gemaak? Waren onze hoofden leeg gewaaid?

Het lachen bleef uit, het was niet gekomen.
Ook niet op de terugweg en daarna ook nooit meer.

Later hoorde ik dat Tara net voordat we dat weekend naar Texel gingen, haar sessies bij de psychiater had afgerond. En dat die haar enorm geholpen hadden. Ze had weer grip op het leven gekregen. Die schaamteloze rauwe humor en zelfspot had ze niet meer nodig. Ze was tot rust gekomen.

Ze verhuisde, veranderde van baan en maakte carrière . Ze werd adjunct directeur en kweet zich bloedserieus aan haar taak.

Ik heb haar nog een keer bezocht. Ze liet haar nieuwe huis zien en vertelde me later bij het weggaan dat ze nieuwe vrienden had en dat zij hele avonden goede gesprekken voerden. We zeiden: ‘Tot ziens’ Ik wist toen al dat, dat er niet meer van zou komen.

Tekst: Elfie van Oosten

 

Elfie ging ook eens naar een megawinkelcentrum in Duitsland. Lees het hier.

‘We zitten met een giga imagoprobleem’

In de huiskamer van Bob van Gasteren, alias Clown Dopneussie, liggen 2 grote schoenen en een paar gestreepte sokken in een hoek. Het lijkt alsof hij ze zojuist heeft uitgetrokken. In werkelijkheid liggen ze al ruim 3 maanden te wachten op een volgend optreden.

‘De markt is volledig ingestort’ vertelt Bob me bij een strak bakkie oploskoffie. ‘Toen ik in 1982 begon met optreden maakte ik weken van 60 uur. Samen met Clown Kiekeboe reisde ik door heel Europa. We hadden een succesvolle show en onze eigen tent. Als we die ergens opgezet hadden stroomden de bezoekers vanzelf binnen. Als mijn collega de tent betrad en heel hard “kiekeboe” riep, lag iedereen al in een deuk. In de voorstelling viel ik wel 3 keer over de grote schoenen van mijn collega. Ik was nog jong toen, ik kon wel tegen een stootje. Het was een zwaar leven, maar omdat de bezoekers de tent altijd met een lach op hun gezicht verlieten, was dat het waard.’

Terwijl Bob vreugdeloos een ballonhondje voor me in elkaar draait, vertelt hij verder. ‘Ergens rond 1990 kwam de klad er in. Eerst was er die ontuchtaffaire in Oude Pekela. De daders verkleedden zich als clowns en zouden tientallen kinderen hebben misbruikt. Toen kwamen die Amerikanen met die rotfilm ‘It’. Daar zit een nieuw fenomeen in: de scary clown. Nou, bedankt hoor, een eeuwenoude entertainment-traditie in een klap naar de gallemiezen.’ Bob windt zich op, een ballonnetje knapt en woedend smijt hij het mislukte hondje uit het raam. ‘Daarna was er ook nog die John Wayne Gacy in Illinois. Die klojo vermomde zich als clown en lokte jongens mee naar zijn kelder. Meer dan dertig heeft ie er misbruikt en vermoord. Had ie niet een andere vermomming kunnen kiezen, potjandosie nogantoe!’

Na een glaasje ranja kalmeert Bob weer. ‘We merkten het in de tent. Als ik mijn neus tegen die van een kleuter wilde aandrukken, trok moeders het kind snel van me weg. Als ik onder clown Kiekeboe lag, omdat die over mijn schoenen gestruikeld was, bleef het ongemakkelijk stil. Ik heb weleens een meisje uit het publiek getrokken om mij te helpen bij het rijden op de eenwieler. Nou, dat heb ik geweten. Haar vader sloeg me keihard in mijn gezicht. Het bloed gutste door mijn schuimrubber neus heen.’

Bob en zijn collega zagen de inkomsten drastisch teruglopen. Uiteindelijk moesten ze de tent verkopen. ‘Sapperdeflap, ik zat ineens thuis! Ik heb gesolliciteerd voor cliniclown maar ze vonden me te oud. In plaats daarvan gebruiken ze amateurs die ze een minimumloon en een 0 uren contract aanbieden.

Plots steekt Bob zijn hand in eigen boezem. ‘Misschien zijn we niet meegegaan met de tijd, hebben we geen aandacht gehad voor innovatie. Hadden we iets met multimedia of internet moeten doen? Of een clowns-app moeten ontwikkelen? We dachten dat onze grappen en grollen tijdloos waren, nu weet ik dat niet meer zo zeker… Hoe dan ook: we zitten met een giga imagoprobleem.’

Clown Dopneussie doet nu kinderfeestjes. ‘Ik kan niet zeggen dat ik nog veel lol heb in mijn werk. Als ik op de stoep sta bij zo’n jarig kind zakt de moed me in de flapschoenen. Ik kan er mijn ei niet in kwijt. In zo’n krappe huiskamer is het bijna onmogelijk om de jongleerballen in de lucht te houden op mijn eenwieler. En als ze dan vallen is er weer een vaas kapot. Ook blijf ik met mijn schoenen steeds achter salontafeltjes hangen enzo. Kinderen lijken tegenwoordig veel brutaler. Ze kunnen niet eens een half uur stil zitten om naar mijn verhalen van vroeger te luisteren. Ik kan dan weleens mijn geduld verliezen en flink uithalen.’ Er rolt een traan over Bob’s wang. ‘Daar heb ik dan achteraf weer spijt van.’ Als ik niet veel later afscheid neem, is de stemming bedrukt.

Maar drie weken na het interview belt Bob me opgewonden op. De vakbond Clowns United, waarvan Bob penningmeester is, heeft subsidie gehad van het Fonds Voor Beroepen Met Gebrek Aan Bestaansrecht (FVBMGAB). Met dit geld hebben ze het internationaal befaamde communicatiebureau BDDG gevraagd om de reputatie van de professionele clown te upgraden. Het is hetzelfde bureau dat textielsuper Zeeman ook weer op de kaart heeft gezet. ‘Het moet mogelijk zijn alle negativiteit om te zetten in vrolijkheid en onbekommerd lachen. Jullie gaan wat beleven!’

En zo blijkt maar weer eens: het klassieke clownsthema van een lach en een traan is tijdloos en nog steeds heel waar. Zet hem op, Dopneussie!

 

Tekst: Jet Westbroek

onnodig moeilijk taalgebruik

Meestal (normaliter) zijn wij van Bummer vrij mild (coulant) en verdraagzaam (tolerant). Iedereen is anders en heeft recht op een eigen mening (opinie). Ook hoe je je uitdrukt met taal (je linguïstische expressie) mag je lekker zelf bepalen (een autonome decisie). De een gaat lekker chillen, de ander een potje relaxen, weer een ander pakt zijn rust. Maar er is een grens. Als je zegt dat je vanavond duchtig gaat recupereren maakt je je schuldig aan iets waar Bummer zich enorm aan ergert: Onnodig Moeilijk Taalgebruik.

Een synoniem is een ander woord voor een ander woord. Er is soms een makkelijk en een moeilijk woord voor iets. Consciëntieus is zorgvuldig, exorbitant is overdreven, frequent is vaak en fiducie is vertrouwen.  OK, zo’n woord kan je tekst weleens net dat beetje pit geven dat het nodig heeft. Maar sommige mensen gebruiken het liefst alleen maar de moeilijke woorden. Waarom?

Waarom zou je het anderen moeilijk maken om je te begrijpen? Is het om te laten zien dat je heeel intelligent bent? Wil je verbergen dat je niet precies weet hoe iets zit en draai je met een rookgordijn van moeilijke woorden om de hete brij heen? Of wil je juist dat niet iedereen je begrijpt? Wil je laten zien dat alleen jouw clubje dit snapt en anderen uitsluiten? Wat de reden ook is, Bummer zegt: STOM! (ABJECT!)

De kunstwereld kan er wat van. Bij het begin van een expositie wordt met plakletters op de muur alvast de diepere betekenis uitgelegd van wat je gaat zien. Dat is maar goed ook, want hoe was je anders te weten gekomen hoe de kunstenaar zich verhoudt tot schuivende paradigma’s? Met een verward vol hoofd loop je naar binnen en ineens lijkt alles heel moeilijk. Het lukt je niet meer om onbevangen te kijken en er zelf iets van te bakken. Zelfs bij een tentoonstelling van Zeeuwse klederdracht weten ze de boel te verpesten met het ‘expliciteren van cultuurverbanden’. Trap ook niet in de eclectische mix. Die term gebruiken ze om te verhullen dat iets eigenlijk een bij elkaar geraapt zooitje is.

De wetenschap dan: het lesprogramma heet een curriculum, het prikbord ad valvas en ex-studenten heten alumni. De geheimtaal van de universiteit valt misschien niet te omzeilen. Er zijn waarschijnlijk geen simpele woorden voor cognitieve dissonatie of transhumanisme. Maar naast al die wetenschappelijke termen, zouden normale woorden voor wat lucht kunnen zorgen. Cohesie is gewoon samenhang en accidenteel toevallig, hoor. En er is geen verschil tussen discrepantie en verschil.

Competentie, ook zo’n moeilijk woord. Een aantal jaren geleden was hij er ineens. Samen met zijn ingewikkelde broertje assessment (daarin worden je competenties gemeten) deden ze hun intrede in de werksfeer. Denk je dat het bij competenties gaat over wat iemand kan? Hoho, zo makkelijk is het niet. Nee, de betekenis van competentie bestaat uit drie onderdelen:
1. kennis en ervaring: over welke informatie en ervaring beschikt iemand.
2. vaardigheden: fysieke handelingen waar iemand bedreven in is.
3. talent: intelligentie, persoonlijke eigenschappen (kernkwaliteiten) en motivatie (bron: competentiesvoorbeelden.nl)
Nu ga je het wel onthouden, hè? Waarschijnlijk niet want competentie is een woord met teveel betekenis.

OMT maakt veel mensen onzeker: ‘Ik zal wel te dom zijn om het te snappen’. Terwijl eigenlijk degene die de tekst uitspreekt of opschrijft dom doet. Als je iets te vertellen hebt, is het toch logisch dat je wilt dat zoveel mogelijk mensen het snappen? Zeg gewoon wat je bedoelt. Dat kan ook best met mooie woorden. Je taal hoeft niet gortdroog en puur functioneel te worden. Maar vermijd opgeklopte lulkoek. Niet omdat het kan, maar omdat het moet. Van Bummer.

Volgende keer: Zelf woorden verzinnen, een geinige hobby.

het verlaten bejaardentehuis

Een maand geleden vertrokken de bewoners van het woonzorgcentrum (zo heet een bejaardentehuis tegenwoordig) naar een gloednieuw zorgcomplex. Ze namen hun huisraad mee, maar er bleef ook een en ander achter: een kunstbloemstuk in de vensterbank, een geborduurd koolmeesje, de kapotte stoel. Best ontroerend. Zak niet teveel weg in mistroostigheid want weet dat de vergeten waardevolle eigendommen allemaal weer teruggebracht zijn naar de eigenaren. Put ook nog wat hoop uit de tekst op de sticker op de scootmobiel: willen is kunnen. Prettige dag verder!

BDoddendaal14_JetWestbroek*

BDoddendaal16_JetWestbroek*

BDoddendaal26_JetWestbroek*

BDoddendaal25_JetWestbroek*

BDoddendaal30_JetWestbroek

BDoddendaal27_JetWestbroek*

BDoddendaal24_JetWestbroek*

BDoddendaal23_JetWestbroek*

BDoddendaal22_JetWestbroek*

BDoddendaal21_JetWestbroek*

BDoddendaal20_JetWestbroek*

BDoddendaal17_JetWestbroek*

BDoddendaal15_JetWestbroek*  BDoddendaal13_JetWestbroek*

BDoddendaal12_JetWestbroek

BDoddendaal3_JetWestbroek*

BDoddendaal10_JetWestbroek*

BDoddendaal8_JetWestbroek*

BDoddendaal6_JetWestbroek

BDoddendaal4_JetWestbroek*

BDoddendaal5_JetWestbroek

BDoddendaal29_JetWestbroek*

Foto’s: Jet Westbroek

bummer weet ook geen raad, deel 2

BUMMER krijgt bakken vragen van lezers die ergens mee zitten. We doen ons best je te helpen, ook al is dat soms moeilijk. Zit je ergens over te piekeren en kom je er niet uit, schroom niet en laat het ons weten via info@bummermagazine.nl. Hier alvast een greep uit de brieven die we gisteren binnenkregen.


 

Beste Bummer,
3 maanden geleden ben ik bevallen van een gezonde zoon. Het was een hele opluchting dat hij niets mankeerde, maar er is wel iets waar ik een ietsiepietsie minder blij mee ben. Dat heeft te maken met hoe mijn baby er uitziet. Hij heeft een best groot voorhoofd, een beetje scheve maar grote neus en een teruggetrokken kin. Het is een heel lief rustig ventje maar elke keer als ik naar hem kijk huiver ik een beetje. Ik heb hem de laatste (koude) weken als we gingen wandelen een bivakmutsje aangedaan. Nu is mijn vraag: op welke leeftijd kan je eigenlijk beginnen met cosmetische chirurgie?
Afzender: een anonieme moeder

Heel goed dat u deze vraag stelt. Met cosmetische chirurgie beginnen de meeste mensen te laat! Hoe later u een operatie overweegt, hoe meer de lelijkheid door de tand des tijd in het gezicht gekerfd staat en hoe moeilijker het dus wordt om de boel nog enigszins aanlokkelijk te boetseren. Aarzel niet; maak direct een afspraak voor uw baby bij een plastisch chirurg. Het zal de band tussen hem en u alleen maar bevorderen en ook op het kinderdagverblijf zal hij profijt hebben van zijn volmaakte gezichtje. Wat zal hij vertroeteld worden! Iedereen heeft recht op een wolk van een baby en elke baby heeft recht op perfectie. Geef hem die kans.


 

Hallo Bummer,
Ik voel me niet echt blij op feestdagen. De meeste mensen hebben er altijd wel zin in, dan verheugen ze zich bijvoorbeeld op lekker eten of gezellig samen zijn, maar mij kan dat eigenlijk niet zoveel schelen. In eieren zoeken ben ik niet zo goed, ik ben niet koningsgezind en allergisch voor naaldbomen, dus tja, wat moet je dan nog? Ook op mijn verjaardag of die van mijn vriendin voel ik me alsof het, pak ‘m beet, dinsdag is.
Hoe word ik vrolijker op feestdagen?
Groet van Ted

Je bent niet normaal, Ted. Normale mensen vinden feestdagen geweldig. Het zijn de hoogtepunten van het jaar dat voor de rest bestaat uit een monotone reeks van werken, boodschappen doen, eten, drinken en slapen. Neem nou Kerstmis: Weken puzzelen op het menu, daarna lekker veel kerstboodschappen doen in gezellig volle supermarkten. Tijdens de kerstdagen hele dagen kokkerellen terwijl je over verschillende merken borrelnootjes praat met mensen die je normaal nooit uitgenodigd zou hebben (familie). Je werkt veel vet vreemd voedsel naar binnen en drinkt tot je scheel ziet. Dat is toch het einde? Nu vergeten we nog dat je in die periode overal de beste muziek hoort die er is: kerstliedjes!
Als je hier niet van kan genieten, ben je echt heel raar, Ted. Bel morgen maar snel met de dichtstbijzijnde GGZ en dring aan op een grondig geestelijk onderzoek. Sterkte!


 

Beste Bummer,
Ik wil zoveel en doe zo weinig.
Help.
Afzender: M te A

Veel willen en weinig doen? Het lijkt Bummer fantastisch, M te A! Veel mensen willen juist helemaal niks en moeten heel veel. Dan heb jij het zo slecht toch nog niet? Hoe heerlijk is het om lekker in je luie stoel te zitten, voeten op de poef, en te denken: ‘Goh, ik wil best even de ramen lappen’. En dan gewoon blijven zitten! Kind, wat een genot! En daarbij: je bent enorm vooruitstrevend bezig. Helemaal zen. Er wordt al veel te veel gedaan.
Maar mocht je tóch van al dat willen af willen, maak dan eens een lijstje van alle dingen die je wilt. Denk goed na en schrijf alles op, neem daar gerust een paar dagen de tijd voor. Als je zeker weet dat je alles hebt opgeschreven, streep dan elke dag iets door. Meer dingen mag ook. Tot alles is doorgestreept. Daarna wil je niks meer en ben je van je probleem verlost. Je kunt wat gaan doen. Of niet.


Lees ook Bummer weet ook geen raad, deel 1

Tekst: Iris Wolf en Jet Westbroek

een grote liefde en een geliefde grote onderbroek

Karin vond de een maar verloor de ander…

Het is midden in de nacht, 02:34 en ik lig naast mijn kersverse lief in het donker te staren. Na jarenlang zonder was hij er ineens. Zoals dat kan gaan op een moment dat je het niet meer verwacht. Een paar weken zijn we nu verder, het begint al ergens op te lijken. Ik heb zelfs zijn moeder al ontmoet.

En nu lig ik hier, in zijn bed, in zijn huis. De slaapkamer ruikt stoffig. Hij slaapt met de ramen dicht en toch is het koud. Er klinkt een diepe snurkachtige ademhaling uit zijn keel. Hij ligt diagonaal over het hele bed met zijn hoofd op mijn kussen. Ik durf me niet zo goed te bewegen, bang om hem wakker te maken. Ik heb te weinig dekbed voor mezelf en ik moet plassen. De kamer is te donker om zonder slag of stoot de weg naar het toilet te vinden.

Jarenlang sliep ik elke nacht onder een grote berg zware dekens in een herenpyjama met een kruik bij mijn voeten en mijn oude knuffelbeestje binnen handbereik. Natuurlijk schaamde ik me daarvoor, met volwassenheid of seksualiteit had het niks te maken. Comfort en veiligheid waren blijkbaar een groot goed. Ik droeg grote comfortabele onderbroeken van het huismerk van Vroom & Dreesman.

Gister liep ik de stad in met het ernstige besef dat er iets moest veranderen. Weemoedig keek ik naar de gesloten deuren van de V&D. Het einde van een tijdperk gaat schoksgewijs gepaard met veranderingen op meerdere fronten. Even later vond ik mezelf terug op de lingerieafdeling van een andere winkel. Ik kocht een satijnen niemendalletje met kant. Het voelde alsof ik in het buitenland was en ik een taal moest spreken die ik niet verstond.

En nu lig ik ijskoud te worden, naakt, met alleen mijn satijnen onderbroekje aan. Het woord onderbroekje geeft me taalrillingen. Een verkleinwoord in combinatie met seksualiteit voelt toch een beetje als pedofilie. Hoewel ik heus wel weet dat ‘grote onderbroek’ ook verre van sexy is.
Enfin, hij zag het niet eens. We hadden teveel gedronken en hij viel meteen in slaap.

Het is nu 03:01 en ik moet nu ook een scheet laten. Dat is iets wat ik al weken niet meer doe. Af en toe probeer ik op het toilet met mijn oren dicht heel voorzichtig en gedoseerd lucht te persen. Als er dan toch geluid uitkomt krijg ik een rood hoofd terwijl niemand me ziet. Om mezelf een vrijbrief te geven zei ik hem dat hij best scheten mocht laten. Anders zou hij geconditioneerd raken op zijn darmkrampen en buikpijn automatisch gaan associëren met mij en de liefde. Sindsdien laat hij mij vol trots aan zijn vinger trekken en laat hij de ene koddige wind na de andere. Triomfantelijk zegt hij dan: ‘Nu jij!’. Maar er komt niets. Misschien komt het door die aflevering van Sex & The City waarbij Carrie een scheetje laat in bed bij Mr. Big. Ze hebben daarna wekenlang geen seks. Wie jaren rom- en sitcoms kijkt, heeft een vertekend beeld van de werkelijkheid.

De digitale cijfers zweven in de nacht. 03:23. Naast darmkrampen en een volle blaas begin ik nu ook jeuk te krijgen aan mijn bikinilijn. Jarenlang worstelde ik met de keuze of ik wel of niet moest scheren. Na het lezen van How to be a Woman van Caitlin Moran was ik overtuigd van niet. Zoals zij liefdevol schreef over het wassen van je schaamhaar met cremespoeling zodat het daarna heerlijk zacht en aaibaar was, zo zou het moeten zijn. Toch raakte ik met de komst van de liefde in lichte paniek en hanteerde het mes. Nu heb ik in plaats van een zachte vacht een parcours van rode jeukende bultjes. Eigenlijk voel ik me verre van sexy.

04:00. Over een paar uur gaat de wekker. Ik ben hondsmoe en nog steeds klaarwakker. Mijn make-up heb ik halfslachtig verwijderd met een beetje bodymilk en een puntje van een handdoek.
Mijn watjes en reinigingsmelk zijn niet hier. Bovendien vind ik het nog steeds lastig als hij me helemaal zonder make-up ziet. Dan voel ik me nog naakter. Mijn oogleden beginnen rood te worden. Zal ik stiekem wat make-up bijwerken voor hij wakker wordt? Misschien ook even mijn tanden poetsen want door die alcohol heb ik een dood vogeltje in mijn mond. Of valt het teveel op als ik ineens van de badkamer kom met een geur van tandpasta?

Zometeen gaan we ontbijten. Hij maakt dan heel lief verse koffie voor me en een geroosterde boterham met kaas. Eigenlijk eet ik altijd yoghurt met fruit en noten. Koffie toch liever met opgeklopte melk maar er is hier geen melk. Zwarte koffie is niet echt bevorderlijk voor die ingehouden scheten. Of juist wel.

Ik zit dus zometeen aan de ontbijttafel als een naakt rillend roze aardvarkentje met bultjes in een satijnen niemendalletje me heel ongemakkelijk te voelen. Of eigenlijk verliefd. Me heel verliefd te voelen.

social media jeuk: wilt u dit nooit meer doen?

We doen het elke dag weer, sommige mensen zelfs meerdere keren: even door Facebook scrollen. Kijken of er nog iets is gebeurd dat je niet wilt missen. Maar denk je ooit: ‘Verrek! Hier zat ik op te wachten!’ Nee. Een vage bekende vindt een geplette banaan onderin de tas van haar zoontje (foto!), een andere ‘vriend’ deelt een tenenkrommende tegeltjeswijsheid (2 likes), en ook onmisbaar: een foto van een slapende poes op een kussentje, met als enige reactie die van de poster zelf: ‘Brutus is inmiddels wakker geworden en kijkt heel wazig, haha (nóg een (onscherpe, grappig!) foto).
Het regende dan ook reacties op de oproep van Bummer Magazine ‘waar ergert u zich aan op de sociale media?’ Misschien hadden we beter kunnen vragen waar u zich niet aan ergert, want eigenlijk kwamen alle onderwerpen wel zo’n beetje voorbij. Wilt u het volgende nóóit meer doen:

Zelfverheerlijking
Zelfverheerlijking staat met stip bovenaan in de social media ergernislijst. De meeste klachten gaan daarover. Alleen maar selfies plaatsen, uw volgers gruwen ervan. Hetzelfde geldt voor foto’s van uw kinderen. Ergens inchecken zodat de wereld weet waar je bent. Nee. Dat willen wij dus niet weten. Ook niet als er een leuk concertje/lekker wijntje/uitmuntend dinertje is. Tweets óók delen op Facebook: Een keer is wel genoeg. Of heb je soms aandacht tekort? Ook om je (twee)wekelijkse hardlooprondje zitten we niet te springen, noch om foto’s van je avondmaaltijd.
En dat je je eigen bericht leuk vindt, hoef je niet aan te klikken hoor. Dat snappen we zo ook wel.

Mysteries
Stuur nooit een vriendschapsverzoek aan een onbekende. Dat vindt die onbekende eng, vooral als je weduwnaar bent. Ook niet doen: een zinnetje plaatsen als ‘wat een rotdag vandaag!’ Wij blijven dan de hele dag in ons hoofd zitten met de vraag: wat is hier aan de hand? Ook heel mysterieus: mensen die anoniem op Facebook zitten. Hallo! Het heet FACEbook. Laat je gezicht dus zien.

Dieren
Hier kunnen we kort over zijn: Stop. Wil je ook maar iets harigs plaatsen, bedenk je. Wij vinden al die schattige poesjes niet leuk. En ook uitgemergelde en geslagen honden/paarden/hangbuikzwijntjes: nee. We snappen zo ook wel dat dierenleed niet kan, er is toch niemand die dat wél vindt? En zélfs van een grappig huisdier met een eigen account krijgen wij ondraaglijke jeuk.

fotohondjes

 

i-don-t-give-a-baby-rats-a-1381661

Persoonlijk
Je moeder is dood en je zet het op Facebook. Hoe te reageren? We kennen je eigenlijk niet zo heel goed. Nu wordt je bericht ook nog geliked. Wij raken plaatsvervangend in de war. De hele dag denken we aan je moeder die we niet kennen. Of eigenlijk aan je bericht. En aan de likes. En aan de mensen die je sterkte wensen of condoleren. Allemaal achter elkaar. Piet: ‘Sterkte.’ Herman: ‘Gecondoleerd.’ Claudia: ‘Sterkte en gecondoleerd’. Moeten wij ook reageren en hoe dan? Ook met ‘sterkte’? Of toch met ’gecondoleerd’? Is het niet raar om te reageren terwijl je iemand maar één keer hebt gesproken? Zoveel zien van iemand die we amper kennen voelt een beetje gluurderig.

Ook erg ongemakkelijk: Als ‘vrienden’ van je verwachten dat je alles van ze weet ‘want dat deelde ik op Facebook.’ Hallo! Denk je dat wij alles lezen? Mensen die veel plaatsen, hebben wij allang ontvolgd. Maar ja, dat kunnen wij natuurlijk niet zeggen. Dus redden wij ons hachje met de quote: ‘Zo gek, dat Facebook-algoritme.’

Wereldschokkende gebeurtenissen
Jawel. Er gebeurt een hoop ellendigs op de wereld. Neem David Bowie. De beste man gaat dood. En wat doen wij? Allereerst is er de wedstrijd: wie zet het het eerst online? Daarna komt het verdriet: ‘Man man, wat zal ik je missen.’ Missen? David Bowie? Hoe lang geleden heb je zijn plaat gedraaid? Wanneer zag je hem voor het laatst? Wanneer sprak je voor het laatst over hem? Nog nooit hebben we de laatste twintig jaar ook maar iemand iets over Bowie horen zeggen, en ineens blijkt iedereen hartstochtelijk fan. En missen, ik bedoel, je hebt toch nog steeds al die cd’s in de kast? En wat denk je eigenlijk te bereiken met je post? Dat David Bowie na zijn dood nog even zijn Facebook checkt?
Ook heel erg: een aanslag in Frankrijk. Plotseling wappert bij alle vrienden een Franse vlag voor de neus. Als eerbetoon? Protest? Steun? Het is ons een raadsel. De Franse politiek stemt ons niet vrolijk. Dus waarom dat dwepen met die vlag? Enne… als de aanslag in pak ‘m beet Duitsland was geweest, hadden onze Facebookvrienden dan de Duitse vlag opgehangen?

Seks
Dat wij er allemaal verschrikkelijk lekker uitzien, weten we. Maar zullen we dat voortaan niet meer met elkaar delen? Dus: niet wulps en scheel met getuite lippen in de camera kijken met veel decolleté. En al helemaal niet in combinatie met borstvoeding geven.
Ook niet fijn: selfies van jouzelf en je slapende vriend in bed. Zwoele halfnaakte foto’s met melancholieke blik en zogenaamd veelzeggende teksten als: ‘Kan weer niet slapen’ en ‘Eenzaam en koud’. En dan de massale reacties: troostwoorden en complimenten van voornamelijk mannen. Wij blijven hier graag verschoond van. Brrr.

Getagd worden
Een lezeres schreef uit de grond van haar hart: ‘Vroeger bleven er tenminste nog slechts flarden van een nacht hangen.’ Nu, zo wil ze maar zeggen, weten al je vrienden wat je uitspookt. Hoe je dronken een maf dansje waagt op een fout feestje: je wordt getagd en zelfs je verre nicht in Alice Springs weet het. ‘Het eeuwig vastleggen van feestjes op social media is bijna een reden om niet meer naar feestjes te gaan.’

Spreuken
De allergrootste ergernis betreft toch wel de spreuken. Al die levenswijsheden kunnen ons gestolen worden. Maar misschien nog wel veel erger zijn de voorgedrukte tekstjes op een roze achtergrond met bijvoorbeeld: ‘Deel dit als je een fantastische zus hebt’. Waarop de zus dan ook nog mierzoet reageert met: ‘Hou ook van jou skattie, zou niet zonder je kunnen.’ Alsof je met je nagels over het schoolbord krast. Je hebt ze ook met ’trots op mezelf’. Lieve mensen, wilt u dit nooit meer doen?trots op mezelf
Wat kan wel? Nou, uhhhhh… Niks dus. Een lezeres vatte het zo samen: ‘Het is allemaal ergerlijk. En verslavend. Facebook is ramptoerisme, je wilt het niet zien maar je kijkt toch.’

Bummer legde deze inventarisatie van irritaties voor aan universitair hoofddocent Communicatie- en Informatiewetenschappen Jos Hornikx van de Radboud Universiteit. We vroegen hem waarom mensen toch kijken terwijl ze zich ergeren. Waarom storen we ons, hoe werkt dat? En, het belangrijkste: Jos heeft een inzicht dat er voor zorgt dat je je niet, of in ieder geval veel minder, ergert op social media. Je leest het allemaal in het artikel ‘een wetenschappelijke blik op social media jeuk’.

de Duitse indoor ski-HEL

Het wintersport-jeugdtrauma van Nicole gaat in de herkansing

‘In mijn puberteit heb ik zo’n drie jaar op rij onplezierige ski-ervaringen gehad. Het eerste jaar ben ik na aankomst in het chalet apathisch op de bank geploft. Ik voelde me helemaal niet lekker. In het ziekenhuis van Innsbruck gaven ze me een serie pillen, variërend van vitamine c tot valium. Hierdoor ging het beslist niet beter. Mijn vader bracht me in één dag met de auto terug naar opa en oma in Nederland. De volgende dag reed hij weer terug naar mijn moeder en broer om de vakantie af te maken. Ze hadden het ge-wel-dig. Ik trouwens ook, bij terugkomst in Nederland niets meer aan de hand. Ik bleek hoogteziekte gehad te hebben.

Het tweede jaar was mijn lichamelijke ontwikkeling op het hoogtepunt van klungeligheid. Ik verloor een ski in de stoeltjeslift. Bij het verlaten van een andere lift zat mijn handschoen vast aan het mechaniek en kon ik nog net mijn hand er op tijd uittrekken voordat de handschoen werd opgevreten door een tandwiel. Eenmaal op de piste had mijn broer er lol in om mij behendig af te snijden. Ik eindigde in een complete spagaat. Bij de skilessen degradeerde ik per dag. Op de laatste lesdag vond ik mezelf terug tussen basisschoolleerlingen met nog wisselende tanden.

De derde keer kon ik al wel skiënd bochtjes maken maar die eindigden wel eens in zo’n grote bocht dat ik uiteindelijk achteruit naar beneden gleed. Ben ook wel eens met mijn ski’s in een langlaufloipe terecht gekomen. Door dit soort acties was ik wel degene die de lol in de vakantie bracht. Ik heb hierdoor, denk ik, het dieptragische huwelijk van mijn ouders wat kunnen verluchtigen. Skiën en Nicole is tot op de dag van vandaag een hilarisch onderwerp in onze familie.

Afijn, jarenlang heb ik een revanchedroom gehad. Waarin ik wél kan skiën en op een muisstille, zonovergoten piste charmant en adequaat de techniek beheers en dagdelen lang afdaal.

Mijn zoon wil dolgraag leren snowboarden. Ik gun hem dat en stap over een drempel door een dagje in het Alpin Center van Bottrop te boeken. Ik doe niet flauw en boek er een les snowboarden voor mijn zoon én een les skiën voor mezelf bij. We vertrekken ’s morgens vroeg en komen nog voor 10.00 uur aan. We staan in een groeiende rij bovenop een winderige berg met uitzicht over het Ruhrgebied. In combinatie met harde wind en een aanhoudende regen niet iets om van op te knappen. Maakt niet uit, we zijn toch de hele dag binnen.

Onze lessen beginnen om 11.00 uur. Om 10.25 uur arriveren we bij de kassa. Ik koop nog twee muntjes om skibroeken te kunnen huren. Hup, naar de skischool om te zeggen dat we er zijn en om te vragen wat we nu moeten doen. We moeten snowboardschoenen, skischoenen, een snowboard, ski’s, twee helmen en die twee skibroeken hebben. Er is voor ieder onderdeel een aparte desk in de enorme hal. Waar ondertussen 972 andere mensen ook spullen willen hebben. Het is 10.40 uur. Nadat we de schoenendesk gefikst hebben, ga ik nog even plassen. Het is 10.52 uur en ik zie dat ik 11.00 uur niet ga halen en loop naar de balie van de skischool om te zeggen dat ik het niet red. De man achter de balie beweegt zijn ogen naar het plafond in combinatie met een knikkend hoofd. Hij vliegt op en ziet dat ik ook nog mijn handtas én sporttas bij me heb waarop hij zegt (vertaald): ‘Dat kunt u nu toch niet meeslepen?’. De man stiert voor ons uit naar de verhuurdesks.

Zoon blijkt skischoenen te hebben, ik weet het verschil niet tussen snowboard- en skischoenen. Hij krijgt snowboardschoenen en trekt die vast aan. Niet handig want eerst nog een plas én ik moet die skibroeken nog zien te krijgen. Dat lukt. In een veel te klein pashok krijgt zoon skibroek aan, snowboardschoenen en zijn handschoenen. Ik doe ook vast de skibroek aan. Zakt af vanwege mannenmaat voor mijn lengte, dingen aan de zijkant zijn kapot dus hop een soort knoop in een klittenbandslip. Skischoenen alvast aan. Dóór naar de skidesk. Dóór naar de snowboarddesk. Lukt ook. Hup naar de helmdesk. Lukt ook. Ik mompel dat ik even niet weet waar ik zoon nu naartoe moet brengen en God zij geprezen: per toeval staat daar de snowboardleraar van zoon en neemt hem mee.

Het is 11.08 uur. Nu ik nog. Lukt niet. Ik sta stil met een handtas, een uitpuilende sporttas, een helm en ski’s. De ski’s zet ik even tegen de helmdesk, tegenover de kluisjes. Rechtsonder vind ik een kluisje dat openstaat. Ik kieper er een euro in. Daarna lees ik dat er twee euro’s in moeten. Retourknop doet het niet en sleuteltje zit er scheef in. Mijn spullen trouwens ook. Ik heb nog wel een munt van 2 euro maar dat past natuurlijk niet. Ik schiet een medewerkster aan en zij zegt (vertaald) ‘rustig maar, ik ga wel even voor u wisselen’. Ik heb flink staan wachten maar deze vrouw is nooit meer teruggekomen. Het is 11.20 uur. Ik klos op die skischoenen naar de man van de balie van de skischool die me geïrriteerd en reuze verbaasd aankijkt. Ik zeg dat het me spijt dat ik het niet red, dat ik wacht op de mevrouw die mijn muntje zou wisselen. Antwoord: ‘Da sind 50 Leute die das schaffen um 11.00 uhr am Kursen zu sein, uns Sie nicht. Das ist doch gánz komisch.’ Ik pruttel iets van ‘flikker op, klootzak’ en klos terug in de hoop de mevrouw van de muntjes te vinden. In een ooghoek zie ik haar, ver buiten mijn bereik, op een winderig terras staan roken. Ik klos lekker weer terug naar de balie van de skischool om een briefje van vijf te wisselen voor muntjes. Lukt. Ik prop alles in het kluisje. Terug naar de helmdesk, ski’s weg. Na een soort balletje balletje met een ander gezin, klos ik met ski’s door een lange rubbernoppen gang en rits een paar skistokken mee. Om iets over 11.30 uur arriveer ik op de piste.

Ik schiet een roodgejaste skischoolman aan, leg mezelf uit, en word doorverwezen naar mijn klasje. Mijn leraar blijkt gortjedroog maar steengoed te zijn en in een mum van tijd heb ik het gevoel weer een beetje te pakken. Ik krijg vertrouwen en na anderhalf uur les voel ik me een hele pief. Zoon en ik zien elkaar weer en we gaan lunchen. Naar de gemütliche Stube. Daar kan je alleen drinken. Daar kan je niet eten. Want daar is een andere Stube voor. Oja, het blijkt van Van der Valk te zijn, vergeten te melden. Mijn broodje kaas met wat salade is niet te vreten. Zoon eet friet, altijd goed. We besluiten vrij te gaan snowboarden/skiën. Prima. Gaat best heel aardig maar ik ga beslist niet zoals in mijn revanchedroom de hal door. Zoon in zijn nopjes met het snowboard: daar doe je het voor. Af en toe klos ik de Trinkstube in want reken maar dat je dorst krijgt. De skischoenen beginnen pijn te doen. Zoon en ik lopen elkaar een uurtje of wat mis. De skisleeptunnel van beneden naar boven is bloedstollend traag of staat stil. Stilstaand naast een raam heb je uitzicht over het Ruhrgebied. Ik zie dat het weer er niet beter op is geworden. Uiteindelijk heb ik zo’n pijn in mijn schenen van de schoenen dat ik besluit te stoppen en op een bankje ga wachten op zoon. Het is inmiddels tegen zessen en we gaan naar de eetStube, we klossen door het buffet en scheppen friet op met veel mayo. Ik neem curryworst (ben er nu toch). Druk. Vol. We klossen de trap op voor een tafeltje boven. Dorst. Zoon bekaf dus ik klos de trap af, eetStube uit, Trinkstube in. Met twee glazen drinken weer terug de eetStube in en de trap op.

Als hekkensluiter valt het dopje van het volle zoutvaatje over mijn eten. Zoon heeft niets door, zit glunderend met prachtig gloeiende wangen zijn frieten met kipnuggets te eten. Alles voor de kinderen.’

de ‘pizza erwtensoep’ van Pauzini

Wat bracht je naar Pauzini?
De nogal 13 in het dozijn uitstraling en de stomme naam deed ons altijd voorbij lopen aan het eettentje naast de Primark. Maar op een dag wees mijn dochter me op een intrigerende poster voor het raam. ‘pizza erwtensoep, oer-hollands genieten maar dan op zijn italiaans’ stond er boven een foto van iets wat al eens eerder gegeten leek te zijn. Versuft liepen we naar huis. Was dit echt, wie bedenkt zoiets? De foto die ik van de poster had gemaakt zette ik op Facebook. Het sloeg nogal aan: ‘GETVER!’ ‘Nee!’ ‘IEUW’, ‘Walgelijk’, ‘BAH’. Binnen een uur was de foto trending!erwt5_700

En toen?
De pizza liet me niet los. Erwtensoep, dat vind ik smerig. De lucht die ervan afkomt, de korrelige massieve substantie, nee bedankt. Ik zag voor me hoe de zware klodders soep op de pizza werden gekwakt. Hoe iemand met dikke vingers de plakjes worst erin drukte. Het leek me dat de soep akelig droog zou worden in de pizza-oven. Het zweet brak me uit. Wat nu? Moest ik weglopen van mijn angst? Nee, dat doen we niet meer! We gaan er dwarsdoorheen! Ik ging de pizza aan…

Dapper…
Ja, maar ik durfde niet alleen. Op Facebook nodigde ik mensen uit om diezelfde avond nog met mij de pizza te testen. Buurvrouw V hapte en nam haar man P (door haar liefkozend ‘een hele kluif’ genoemd) mee. Ietwat bibberend betraden we de ruimte. Het zag er heel normaal uit. Best gezellig eigenlijk. Alleen de erwtgroene muren vond ik confronterend.erwt4_700

Wat aten jullie?
Wat een domme vraag. De erwtensoeppizza natuurlijk. Heb je niet geluisterd ofzo? Daar ging het toch heel de tijd al over?

Oja, sorry.
Hmmm. We bestelden er ook nog een kleine pizza met ham en champignons bij. Voor als het echt niet te vreten zou zijn. En cola en rivella om mee weg te spoelen. Ondertussen waren V en P zo aardig om gezellig met me te praten en me op mijn gemak te stellen.

Kan je nu eindelijk eens gaan vertellen hoe het smaakte?
Wat een onaardige opmerking!

Ja, maar dat is toch wat de lezers willen weten? Je maakt er wel een heel dramatisch verhaal van.
Voor mij was het een echt een hele grote stap, hoor. Maargoed. De pizza. Die viel enorm mee. Het smaakte totaal niet naar pizza. Het was gewoon soep met een stuk gebakken deeg eronder. Klein beetje geraspte kaas erover. Miniscule flardjes oregano. Goed te doen.erwt2_700 dubbel

Maar je vindt erwtensoep toch zo eng?
Viel ook erg mee, het was best lekker romig. Het smaakte versgemaakt maar bij navraag hield de serveerster toch echt vol dat het gewoon uit blik kwam. We hebben hem helemaal opgegeten.

Ik vind dit wel een beetje een anti-climax!
Bedoel je misschien: een bummer?

Kosten: € 7,33 p.p. (incl. drankjes)
Eten: 7,5
Bediening: 7,5
Entourage: 7,5
Prijs-kwaliteit: 8

mijn litteken(s), deel 2

1, 2, 3, 4, 5: kijkoperatie galblaas
6: (gevolg van 1 t/m 5) kijkoperatie gelukt, maar slagaderlijke bloeding na dichtnaaien. Bijna dood.
7: keizersnee (kind in stuit met navelstreng driemaal om hals)
8: blindedarm en eierstokcyste, complicaties. Bijna dood.
9: buitenbaarmoederlijke zwangerschap
(8&9 is twee keer dezelfde snee gemaakt, waardoor er nogal een drempel is ontstaan)

‘Ik zeg altijd dat ik een onderonsje heb gehad met Zorro. Als ik sta, lijkt het of ik billen aan de voorkant heb. Te strak dichtgenaaid. Gelukkig zie je dat op deze foto niet. Hier lig ik, zodat mijn littekens zich van hun zonnigste zijde tonen. Volgens een kenner krijgen roodharigen vaak lelijke littekens, veel minder mooi dan iemand met melkboerenhondenhaar. Of dat ook wetenschappelijk is bewezen, weet ik niet.
Na mijn veelvuldige affaires met Zorro was het naaktstrand verleden tijd. Een badpak werd aangeschaft, een stom ding dat te lang nat bleef na het zwemmen, vooral tussen m’n benen. Lang durfde ik ook niet meer naar de sauna. Bang dat mensen bij mijn aanblik poedelnaakt en dampend het pand ontvluchtten. Van afschuw. Toen ik eindelijk, na tien (!) jaar de stoute schoenen uittrok, bleek ik onzichtbaar. Er liepen meer gehavenden rond die daardoor, vind ik dan, juist aan schoonheid winnen. Mannen met psoriasis, vrouwen zonder borsten, mensen met wipneuzen, hangtieten, minuscule piemels en haar waar je het niet verwacht of geen haar waar je het wel verwacht.
Al die operaties hebben een voordeel: als ik in bad zit kan ik een hete kop koffie gewoon op mijn vetrol zetten, daar voel ik niks van. De buik als bijzettafel. Dat ik geen afschuw opwek in de sauna is trouwens best jammer. Ik zou hem graag eens voor me alleen hebben.’

Lees ook: Mijn litteken, deel 1

een dagje uit naar het grootste winkelcentrum van Nordrhein-WestFALEN

‘Een goed huwelijk is hard werken en houden van is een werkwoord’, die had ik vaak voorbij horen komen. Ik had geen idee waar ze het over hadden. Toen onze relatie nergens meer op leek, had mijn man een idee voor een dagje uit.

Ik lanterfanterde altijd op zaterdag. Dat zag er zo uit: vroeg naar de stad en dan een beetje ronddolen met weinig plan. Wel met de bedoeling om met een of andere aankoop thuis te komen. Ik kwam vaak op de markt terecht of op een rommelmarkt in het GelreDome of een wijkkerkgenootschap. Dat deed me goed.

Nu had mijn man het idee om naar Oberhausen te gaan, op zaterdag. Naar het grootste winkelcentrum van Nordrhein-Westfalen. Met meer dan 200 winkels en 50 restaurants zou je daar zeker een dag kunnen doorbrengen.

We praatten nauwelijks in de auto ernaartoe. Het was een lange rit. En ik houd niet van stilzitten, in een auto kan je niet veel anders. Het was niet  ver want we wonen vlakbij de grens. Toch duurde het uren. Mijn God wat een rit! We hadden elkaar niets te vertellen.

Als wij naar een vliegveld rijden, hebben we altijd iets met het parkeren. We eindigen dan of heel ver van de vertrekhal vandaan. Voor de zekerheid parkeren we daar omdat er plaats is. En dan lopend met de koffers denk ik zeker 5 keer: ‘O, dit is veel dichterbij en er is nog plaats’. Of we staan opeens pal voor de vertrekhal en dan blijkt daar alleen Kiss en ride te zijn.

Tijdens zo’n rit zijn wij in een toestand waarbij we weinig zeggen. Wel proberen we alle borden te begrijpen en alle teksten en vliegtuigicoontjes met elkaar te combineren. Een moeilijke klus… voor ons dan. Bij mij dringt het allemaal net iets te langzaam door. Omdat ik dat weet en niet iets doms wil zeggen, houd ik het beperkt tot wat ik zeker denk te weten. Mijn man heeft de neiging om vaak ‘hè?’ te zeggen. Ook als hij het wel verstaan heeft. Dat alles bij elkaar kost tijd. En in die tijd hebben wij alweer de juiste afslag gemist en zitten we ergens op een ringbaan naar een businessterrein. Jawel, we hebben navigatie, maar die zegt de raarste dingen. Zoiets als : ‘Neem de eerste afslag op de rotonde’, als we in een tunnel zitten.

Dit was weer zoiets. We kwamen wel in de omgeving van Oberhausen winkelcentrum, maar eindigden toch op het parkeerterrein van een zeeaquarium. Ik er uit. Hij blijft achter het stuur zitten met iets van: ‘Ik rij, doe jij nou ook even iets’. Toch is het niet zo’n goed idee dat ik er op af ga om de weg te vragen. Ik onthou het allemaal niet. Wel iets hoor. Maar als je de weg vraagt weet je nooit wat je te horen krijgt. Als het direct om de hoek is en geen eenrichtingsverkeer, red ik het. Komen er kerk, 2 keer naar links, kruispunt en stoplichten in voor… dan voel ik het al tijdens de supergoed bedoelde uitleg. Met een zo overtuigd mogelijke glimlach groet ik ze en geef wat flarden van de uitleg door aan manlief. Ik ben er zeker drie keer uit gegaan om de weg te vragen. Ik houd gelukkig erg van vreemde talen spreken.

We zijn er gekomen. Via een lift vanuit de parkeergarage stonden we opeens midden in winkelcentrum Oberhausen. Ik voelde me beroerd worden. Ik kreeg de drang om weg te lopen. Het was onbekend, heel druk en ik winkel liever alleen.

‘Ik wil naar huis’, zei ik. Hij begreep dat het menens was. Zwijgend gingen we de lift weer in. Op de een of andere manier is de terugreis altijd makkelijker dan de heenreis. We reden terug, zaten naast elkaar en spraken niet.

Elfie van Oosten

 

Elfie ging ook een weekendje naar Texel. Lees het hier.

bummer weet ook geen raad, deel 1

BUMMER krijgt veel vragen van lezers die ergens mee zitten. We doen ons best je te helpen, ook al is dat soms moeilijk. Zit je ergens over te piekeren en kom je er niet uit, schroom niet en laat het ons weten via info@bummermagazine.nl. Hier alvast een greep uit de brieven die we binnenkregen.


Beste Bummer,
Ik ben een meisje van 17 en heb een probleem. Denk ik. Maar misschien is het ook wel niks. Omdat het heel gewoon is. Maar dat weet ik dus niet. Dus misschien kun je me helpen. Sinds kort heb ik een vriend van 18. Hij houdt nogal van zoenen en ik doe wel mee maar eigenlijk vind ik het niks. Het is zo nat. We gaan vaak uit en dan zoent hij mij en dan heb ik het gevoel dat ik daarna rondom mijn lippen kletsnat ben. Soms voel ik zelfs een beetje spuug over mijn kin lopen, brrr. Omdat ik hem niet wil kwetsen, durf ik mijn mond niet goed af te vegen daarna, maar ik ben ook bang dat het hele café al dat spuug ziet. Is het normaal dat je gezicht zo nat wordt van tongzoenen? Heeft iedereen dat? En hoe kan ik het ongemerkt het beste droogmaken? Want ik vind het toch geen prettig idee, zo’n nat gezicht.

Best meisje van 17,
Bummer kan zich goed voorstellen dat het niet prettig is om met een kletsnatte onderste helft van je hoofd rond te lopen. En dat nog wel in een druk café! Dat glimt van alle kanten en ziet er niet uit. Dan kan je nog zo’n leuk jurkje aanhebben, dit verknoeit het hele effect. Als je zegt dat het spuug over je kin loopt, drupt het dan ook op de grond? Kijk dan uit voor uitglijden, dat is helemaal genant. Inderdaad is het ten opzichte van je vriend niet aardig om je gezicht af te vegen. Hij zou dat als beledigend kunnen opvatten en dat wil je natuurlijk niet. Tja, moeilijke kwestie, meisje van 17! Accepteren en gewoon nat doorlopen lijkt Bummer geen optie. Maar afvegen en je vriend afwijzen ook niet. Lastig, hoor…


Lieve Bummer,
Mijn vrouw is een schat hoor. We hebben veel gemeenschappelijke interesses en hebben het na al die jaren nog steeds heel gezellig. Maar er is iets waar we heel verschillend in zijn. En waar ik me erg aan erger. We hebben namelijk een totaal verschillende opvatting over hoe de vaatwasser ingeruimd hoort te worden. Ik sorteer al vooraf. Ik zet de groene lunchborden netjes naast elkaar, dan de grote borden en vervolgens groepeer ik de ontbijtkommetjes. Ook bij het bestek stop ik alle messen in 1 vakje, de vorken in het vakje ernaast etc. Mijn vrouw daarentegen zet alles door elkaar! En ze zet het bestek precies omgekeerd in de bakjes. Met de ‘kopjes’ naarboven. Als ik de vaatwasser uitruim, moet ik alles eerst uitzoeken en dat vind ik zo stom en onpraktisch! Ik krijg er acuut een slecht humeur van. Bummer, wat moet ik hiermee?
Afzender: Een soms best radeloze man

Beste best radeloze man,
Uw vrouw is een schat? U hebt het heel gezellig? Denkt uw vrouw er ook zo over? Bummer denk het niet! Als een vrouw alles door elkaar in de vaatwasser zet, kan dat maar een ding betekenen: zij is ontevreden met een grote O. Staan de borden niet op kleur en vorm gesorteerd? Dan schreeuwt zij om aandacht. Worden ontbijtkommetjes, thee-, en koffiekopjes kris kras door elkaar gezet? Dan heeft zij dringend uw fysieke toewijding nodig. U ziet: over de borden, de kopjes en de kommetjes hoeft u zich geen grote zorgen te maken, dat is met een beetje liefde eenvoudig te verhelpen. Neem eens een bosje fresia’s voor uw vrouw mee of een lekker zeepje. Waar Bummer zich ernstiger zorgen om maak is het omgekeerd bestek. Het toont dat uw vrouw niet van u houdt; zij probeert u letsel toe te brengen. Er zit maar een ding op: koop plastic bestek. Dit kunt u na gebruik wegwerpen óf, zo uw vrouw dit wenst, zonder ongelukken verkeerd om in de vaatwasser zetten. Bummer wenst u een schone vaat en veel huiselijk geluk.


Hoi Bummer,
De zwager van mijn neef, die zijn dochter heeft een klein maar slecht opgevoed hondje. Dat hondje knaagt aan het vloerkleed. Maar het broertje van die dochter is allergisch voor stof en dierenhaar. Dus daar moet veel gestofzuigd worden. Nu is die kapot gegaan omdat er ook steentjes zijn opgezogen en het blijkt dus dat dat niet goed is. Omdat ze niet zoveel geld hebben omdat die vader (de zwager van mijn neef) werkeloos is en zijn vrouw niet kan werken omdat ze sinds vorig jaar een zeldzame soort van reuma heeft, waarvan de dokters niet weten wat ze er mee aanmoeten, zelfs niet na talloze onderzoeken in het ziekenhuis, is een nieuwe stofzuiger kopen niet mogelijk. En eigenlijk moeten ze ook een nieuw vloerkleed want door de gaten, die dat hondje heeft geknaagd, valt die moeder, die door de reuma niet meer zo stevig op haar voeten staat, steeds over dat kleed. Wat zou u adviseren, Bummer?
Afzender: Harrie (55)

Hoi Harrie,
Ik zou me maar niet zo druk maken om zulke verre familie, Harrie.
Succes met alles verder.


Lees ook Bummer weet ook geen raad, deel 2

Tekst: Iris Wolf en Jet Westbroek

bummer jaarhoroscoop

WATERMAN 21 januari t/m 18 februari
Liefde Je relatie loopt in de loop van het jaar een flinke deuk op omdat partner meer van de hond houdt dan van jou. In het najaar ontdek je dat jij eigenlijk ook meer van de hond houdt. Er is een nieuwe balans. Als de hond eind november onverwacht overlijdt, komt jullie verhouding op losse schroeven te staan.
Werk Je dacht dat het niet mogelijk was, maar je werk wordt nog saaier dan het nu al is. In november is het zo erg dat je gaat gillen.
Gezondheid In de loop van het voorjaar krijg je een rare jeukende uitslag op alle ledematen. Je consulteert een huidarts, een chinese kruidendokter en een rebalancer. Niets helpt. Het verdwijnt even snel als het opgekomen is in het najaar van 2017.

VISSEN 19 februari t/m 20 maart
Liefde Ook dit jaar gaat het niet lukken om een fijne stabiele relatie te krijgen. Er zijn wat one-nightstands maar daar word je eigenlijk alleen maar nog ongelukkiger van.
Werk Je nieuwe collega haalt je in en je gaat solliciteren op andere banen. Je wordt dit jaar en ook in 2017 niet uitgenodigd voor een gesprek.
Gezondheid Op vakantie in Afrika loop je een onbekende bacterie op. Je verdrijft hem met een rituele reiniging. Daarbij beschadig je de darmen en heeft je darmflora en -fauna lang nodig om weer tot bloei te komen.

RAM 21 maart t/m 20 april
Liefde Je verveelt je in je relatie en gaat op zoek naar opwinding buiten de deur. De SOA die je daar oploopt sluimert het hele jaar maar wordt net voor Kerst ontdekt door je partner.
Werk Het bedrijf waar je werkt gaat in de tweede helft van 2015 failliet. Voor het zover is, is er een periode van grote onzekerheid en blijken je collega’s allemaal te vechten voor hun positie. Je wint niet.
Gezondheid Je slaapt slecht door alle onrust in je leven. De slaappillen die je gaat slikken werken slechts een paar uurtjes, maar je raakt er wel aan verslaafd.

STIER 21 april t/m 21 mei
Liefde Er zijn in het voorjaar 5 mensen verliefd op je. Lange tijd kan je niet kiezen. Als je in de nazomer dan toch je keuze maakt, is die persoon net op iemand anders verliefd geworden.
Werk Jouw werk blijkt een uitstervend ambacht te zijn. Door internet is wat jij doet helemaal overbodig geworden. Je eet je huis op en vraagt een uitkering aan.
Gezondheid In januari start je met hardlopen. In februari krijg je een blessure die maar langzaam geneest. In juni trek je je hardloopschoenen weer aan, maar nog voor het einde van de straat schiet er een zweepslag in je rechterkuit.

TWEELINGEN 22 mei t/m 21 juni
Liefde Na een eindeloze reeks internet-dates gooi je in het najaar de handdoek in de ring. Voor jou geen ongemakkelijke ontmoetingen in stationsrestauraties meer dit jaar. Je huilt hard bij de kerstuitzending van ‘All you need is love’.
Werk Door een reorganisatie moet je vanaf maart elke dag naar de andere kant van het land. Je nieuwe collega’s zijn eenkennig en negeren je. Je takenpakket lijkt in het begin uitdagend maar verveelt al snel.
Gezondheid Je conditie is beroerd. Om daar verandering in te brengen neem je een abonnement op de sportschool. Na 3 maanden heb je door dat het erg saai is en je stopt abrupt. Je conditie zakt snel weer in.

KREEFT 22 juni t/m 23 juli
Liefde Je poes wordt volwassen, is veel weg van huis en heeft meer oog voor katers dan voor jou. Je hamster overlijdt in de tweede helft van juli.
Werk De collega, die tegenover je zit, vindt een andere baan. Met je nieuwe collega klikt het niet. Hij heeft een raar gevoel voor humor en een beangstigende lach. Je betrapt hem een keer terwijl hij aan de zitting van je stoel snuffelt.
Gezondheid Doordat je de jaarlijkse controles op je cv ketel hebt genegeerd, ontploft je huis. De lichamelijke schade valt mee, want je was net buiten je poes aan het zoeken. De psychische impact is wel groot: je hebt in één klap een fobie voor harde knallen. Oud en nieuw breng je door onder het krukje op de badkamer.

LEEUW 24 juli t/m 23 augustus
Liefde Na jarenlang als single geleefd te hebben, vind je begin januari een lieve partner. Het voelt zo meant-to-be dat jullie na 3 weken gaan trouwen en samenwonen. Je merkt al snel dat je single-leven zo gek nog niet was. Na een knallende ruzie over de inrichting van de vaatwasser, vraag je de echtscheiding aan. Het wordt een slepende kwestie die pas eind november eindigt.
Werk Door de scheidingsperikelen presteer je fors minder in je veeleisende job. Je positie in het managementteam wordt niet verlengd en je salaris daalt aanzienlijk. Je verruilt noodgedwongen de AH excellent-produkten voor de kant-en-klaar maaltijdzakken van de Action.
Gezondheid Door een tekort aan vitamines ontwikkel je scheurbuik. Na een korte opname in het ziekenhuis herstel je moeizaam.

MAAGD 24 augustus t/m 23 september
Liefde Communiceren was al nooit de sterkste kant van je partner. Halverwege 2016 bereikt het een dieptepunt. De enige woorden die er uit komen zijn ‘nee’ en ‘nou en?’. Jullie gaan in relatietherapie. De therapeut ziet er halverwege de tweede sessie geen heil meer in en verlaat overstuur de kamer.
Werk Je vindt je huidige werk niet meer leuk en je laat je omscholen tot kraanmachinist. Maar omdat alle Maagden van Nederland dat ook doen blijkt de beloofde baangarantie niet veel waard. Je belandt in de WW.
Gezondheid Niet werken is niet goed voor jouw mentale gezondheid. Je krijgt depressieve en destructieve gevoelens en gaat veel drinken. Hier blijf je eigenlijk heel je leven last van hebben.

WEEGSCHAAL 24 september t/m 23 oktober
Liefde Je partner ontdekt dat je niet vreemdgaat. En dat terwijl jullie een vrije relatie hebben. Dit zorgt voor extreme spanningen en een krampachtig sex-avontuur na de vrijmibo met je leidingevende.
Werk Je collega’s hebben jullie erotisch rendez-vous ontdekt en vertellen het aan de echtgenoot. Je leidinggevende moet kiezen tussen jou en de echtgenoot en kiest niet voor jou. Je wordt weggehoond.
Gezondheid Je verliest veel gewicht door alle zorgen. Je figuur gaat er aanzienlijk op vooruit maar omdat je altijd zorgelijk kijkt, ontwikkel je diepe rimpels en wordt je per saldo niet aantrekkelijker.

SCHORPIOEN 24 oktober t/m 22 november
Liefde Je gaat samenwonen met een, op het eerste oog, lieve partner. Maar al snel merk je dat hij/zij een geniepige feeder is. Voordat je het doorhebt weeg je meer dan 100 kilo en ben je zwaar suikerverslaafd.
Werk Je moet je baan opgeven want je past niet meer in je werkuniform.
Gezondheid Het glazuur op je tanden en kiezen heeft het zwaar te verduren. Je gebit stort in de tweede helft van oktober in. Net na de Kerst kan je, na de nodige klikimplantaten, weer eten.

BOOGSCHUTTER 23 november t/m 22 december
Liefde Veel bewonderaars dit jaar voor de Boogschutter. Vele kortstondige affaires later (soms wel drie tegelijk) komt er een zwangerschap in het spel. Wie is de vader? Of: ben ik wel de vader?
Werk Tijdens een teambuildingsweekend in de Ardennen ontdekt je baas dat je een einzelgänger bent. Je wordt gestraft je met een 0-urencontract en verbannen naar de flexibele schil.
Gezondheid Moe moe moe: zo voel je je tot half december. Daarna gaat het ietsje beter.

STEENBOK 23 december t/m 20 januari
Liefde Jij en je partner runnen een gesmeerd huishouden. Om de relatie spannend te houden gaan jullie vanaf april iedere maand samen een avondje uit. Helaas hebben jullie elkaar niet veel te vertellen en zijn jullie meestal voor elven weer thuis. Na de zomer gaan jullie daarom veel naar de film.
Werk Je wordt gepromoveerd tot leidinggevende. Maar al snel blijkt dat je geen natuurlijk gezag hebt. Je ondergeschikten dollen je voortdurend. De cursus Inspirerend Leiderschap slaat niet aan en je keert in maart alweer terug naar je oude baan die nu geen voldoening meer geeft.
Gezondheid Geen grote problemen dit jaar, enkel een klein ongemak: in de eerste helft van mei ontdek je dat je aambeien hebt. Je bestelt via internet een middeltje dat bezorgd wordt in een neutrale bruine envelop. Na 3 maanden zijn de grootste exemplaren geslonken tot formaat erwt. Met sinterklaas krijg je als surprise van de jongste een grote, van papiermaché geknutselde, tube Sperti-zalf.

een moeilijke hobby

Jarenlang was het een grote frustratie: ik had geen hobby. Wanneer andere mensen zich na gedane arbeid haastten naar een speciale kamer in huis, waar ze iets met muziek, tangetjes of lapjes stof deden, zette ik de tv maar weer aan. Wist ik veel dat een hobby ook buiten kon, in de natuur! Op Texel viel het kwartje. Al fietsend langs wadden, kwelders, schorren en slufters was er geen ontkomen aan. Ik werd heel blij van al die scholeksters in de lucht, de groepen grutto’s in het weiland en de driftig heen en weer lopende eh… strandvogels! Er openbaarde zich een wereld waar ik geen weet van had. Voorjaarstrek, overzomeraars, wintergasten, doortrekkers, steltlopers, klauwieren en struweelvogels. Eten heet bij vogels fourageren en een jonge vogel is een juveniel. Hoe fascinerend is het dat een boerenzwaluw helemaal naar Afrika vliegt en bij terugkomst elk jaar precies dezelfde schuur vindt? Nou, heul fascinerend!

Wat ook hielp was dat vriendinnen M en M eveneens gegrepen werden door het vogelvirus. M vindt de Grote Bonte Specht net een clowntje met een kleurrijk pak aan. En gewaarschuwd door waarneming.nl nam M ons mee naar een groep flamingo’s in een plas in Noord-Holland.

Jaren van opwinding volgden. Een trip naar vogelwalhalla Groet, een nachtelijke uilentocht, een excursie in een boot naar de roerdomp, een zoektocht naar de purperkoet (een paarse kip) in Zuid-Portugal, mijn eerste wielewaal, drie ijsvogels op een tak in de Ooijpolder. Het kon niet op.

Helaas kent het vogelen ook een downside. Als je eenmaal de makkelijk herkenbare soorten weet, wordt het moeilijk. In het grote grijze gebied van de vele, vele beige vogeltjes zakte de moed mij in de schoenen. De fitis, tjiftjaf, boomleeuwerik, grasmus, grauwe gors, rietgors, karekiet, heggemus, nachtegaal: in de boeken zie ik al geen verschil, laat staan in het echt. Ze zitten nooit stil. Vanaf mei hangen dan ook nog eens alle bomen en struiken vol met zichtbelemmerende bladeren zodat het nog moeilijker wordt. Je hoort wel vanalles en daarom moet je eigenlijk alle geluiden leren. Maar al die riedeltjes blijven bij mij niet plakken. Roofvogels, ook zoiets: je spot ze meestal hoog in de lucht en moet ze herkennen aan de vorm van hun vleugels. Ik gok altijd maar buizerd.

Deze zomer kwam de verrekijker niet meer zo vaak uit zijn jasje. Ik ging me zelfs ergeren aan het constante tweetonige gefluit van een vogel in het park bij ons huis. Het bleek een tjiftjaf. Een oninteressant uiterlijk, een irritante roep en hij ging pas ver in augustus weer weg.

Ik kijk nog wel graag naar het tv-programma Baardmannetjes. Hans Dorrestijn houdt zich van de domme zodat Nico de Haan (nee, dat is pluimvee, geen vogel) enthousiast kan vertellen over het verschil tussen de grote en de kleine zilverreiger. Zit ik weer voor de tv.

Jet Westbroek

mijn litteken, deel 1

In deze rubriek lees je het waargebeurde verhaal achter een litteken. Heb je ook zo’n flinke jaap en voel je de behoefte om aan ons te vertellen hoe dat zo gekomen is? Neem contact op met BUMMER en vertel! Het kan net dat laatste stukje verwerking zijn…

Deel 1: het litteken van A, ten tijde van het ongeluk 39 jaar oud.

P1010436_Snapseed_300‘De eerste zomer na het ongeluk heb ik geen rokken gedragen. Mijn onderbeen zag er nog erg gehavend uit en ik vond het te lelijk om te laten zien. De zomer daarna was ik eroverheen. Dit is het, het is gebeurd, ik moet het er maar mee doen. Mooier wordt het toch niet meer.

Het buurmeisje, 6 jaar oud, wilde met mij sleeën. Zij voorop en daar gingen we. Het eerste ritje naar beneden was leuk, het tweede minder. De sneeuw was gevallen op ijs, het was echt spekglad. Onderaan de heuvel lukte het me dit keer niet om te remmen. We maakten een bocht en gingen met een noodvaart ook de tweede heuvel af. Onderaan stond een bankje waar we recht op af raasden. Als ik nu niets doe, plet ze haar hoofd tussen mij en de achterkant van het bankje en is ze dood, dacht ik. In een flits gooide ik het buurmeisje van de slee af. Zelf klapte ik met mijn been tegen het bankje. Het voelde als een flinke schram maar toen ik keek lag mijn onderbeen helemaal open. Ik zag het bot. Een paar meter verder lag het buurmeisje heel hard te huilen.

Ik werd met een ambulance afgevoerd. Onderweg kreeg ik een shot morfine, fantastisch! We hebben zo gelachen tijdens die rit. In het ziekenhuis konden ze wegens infectiegevaar alleen de binnenhuid hechten. De opperhuid bleef open. Ja, dat levert een heel mooi litteken op…

Het buurmeisje had haar been gebroken. Dat vond ik het aller- allerergste. Het was een ongelukkige breuk, ze moest 6 weken in het gips en mocht absoluut niet lopen. Daarna moest ze opnieuw leren lopen. Ik voelde me ontzettend schuldig en vond het heel moeilijk om haar voor de eerste keer op te zoeken. Ik heb maar een groot cadeau gekocht. Op een vreemde manier was ik blij dat ik ook wat had, anders had ik me nog slechter gevoeld.

Het was een heftige tijd. Ik was ook net mijn baan kwijtgeraakt en het feest dat ik had georganiseerd voor mijn 40e verjaardag kon door het ongeluk niet doorgaan. Ik voelde me schuldig en waardeloos en heb drie dagen voor het raam zitten huilen. Het was echt een traumatische ervaring en ik merk dat als er nu iets misgaat, terwijl ik de beste bedoelingen had, dat ik daar heel slecht tegen kan. Slechter dan vroeger. Alsof er een soort schuld-hersenverbinding is aangelegd.

Het is nu zes jaar geleden en het schuldgevoel over het ongeluk is wel weg. Het litteken niet. Ik heb er weer een beetje gevoel in en als het weer gaat omslaan krijg ik daar een drukkend gevoel. Handig: een voorspellend been! Als mensen nu vragen: ‘Wat heb je daar?’,  heb ik geen zin om dit hele verhaal te vertellen. Ik zeg maar dat ik door een haai ben gebeten.’

Lees ook: Mijn litteken(s), deel 2

de psychologie van de bummer

Psycholoog en therapeut Tanja Konig krijgt mensen over de vloer die iets rottigs meemaken. Ze zijn bijvoorbeeld hun baan of hun lief kwijtgeraakt. Wat gebeurt er dan met je, wat is slim om te doen en wat niet? Grote begrippen als ‘zingeven’, ‘schaamte’ en ‘schuld’ en wat kleinere begrippen als ‘likes’ en ‘bevestigingshormoontje’ komen voorbij. En wat doen al die positieve berichten van anderen op social media met je?

Wat is de eerste reactie op een flinke bummer?
De meeste mensen hebben eerst tijd nodig om het tot zich door te laten dringen. Daarna kunnen allerlei gevoelens opspelen. Angst als een situatie erdoor verandert, zekerheden verdwijnen. Schaamte voor de buitenwereld, dat jou dit overkwam. Boosheid omdat je het niet wilt accepteren dat jou iets wordt afgenomen, of raakt. Meestal proberen mensen deze gevoelens te ontwijken door als een gek naar oplossingen te zoeken.

Wat moet je vooral niet doen?
Iedereen de schuld blijven geven, daar schiet je echt hélemaal niets mee op. Jezelf de schuld geven heeft ook geen zin. Dan blijf je zitten waar je zit. Het belangrijkste is dat je je gevoelens niet moet onderdrukken. Als je dat doet, wordt je depressief en blijf je hangen in de narigheid.
P1010426_Snapseed_300Als mensen daar moeite mee hebben kunnen ze in therapie gaan. Ik laat ze zien wat er allemaal in hun leeft. Eerst moeten alle gevoelens doorleefd worden. Bij mij mag je bijvoorbeeld je ex ‘vermoorden’ (bijvoorbeeld met Tanja’s speciale oranje mep-tool), of ik help je in het doorstaan van angst. Als dat eruit is, gaan we kijken wat jouw aandeel en eigen zwakke punten zijn geweest. Daar moet je doorheen, helaas, je moet jezelf onderzoeken. Dan leer je wat dit alles over jou zegt. Als je je eigen aandeel kunt zien in de gebeurtenissen en als je kunt zien wat het je heeft gebracht heb je weer rust.

Je kunt dus eigenlijk veel leren van een zware tegenslag?
Altijd! Vaak is het juist een moment om dingen anders te gaan doen. Veel mensen gaan enige tijd na het verlies van werk weer fris en fruitig aan de slag in een nieuwe baan of beginnen eindelijk hun eigen bedrijf. De dood van iemand kan ook ruimte geven voor een nieuw leven, met nieuwe ervaringen.

Waarom is het zo moeilijk om je verdriet of pijn te laten zien?
Omdat je dan kwetsbaar bent. Je hebt het gevoel dat anderen met je kunnen doen wat ze willen. Dat zit heel diep en begint vaak al vroeg in je jeugd. Als je bijvoorbeeld vroeger werd uitgelachen als je huilde, dan laat je het wel uit je hoofd te laten zien dat je pijn hebt. Het is een overlevingstactiek om het te verstoppen. Iedereen heeft daar een eigen manier voor. Sommigen worden boos als ze bang zijn, anderen verstoppen zich juist als ze boos zijn of verdrietig, of huilen juist omdat boos worden te eng is. Weer een ander doet alsof er niets aan de hand is. Zo ontwikkelt iedereen zijn voorkeursstrategie in emoties. Helemaal weg gaat dat nooit, daarvoor zijn patronen te hardnekkig. Maar je kunt wel leren meer toe te laten, zodat je weer alle gevoelens tot je beschikking hebt en die aan anderen kunt tonen.

Zit er een maximum aan de hoeveelheid ellende die mensen willen aanhoren?
Ja, daarom houden de meesten zich in. Mensen willen gewoon liever niet teveel geconfronteerd worden met ellende. Want het herinnert ze aan dat wat hen ook kan overkomen. Vaak voelen mensen in die ellende ook dat ze alleen zijn. Maar andersom gebeurt gelukkig ook: je leert je vrienden kennen.
Mijn overtuiging is dat je op aarde komt om iets door te maken, om ervaringen op te doen. Daar leer je van en je wordt er een volledig mens van. Bij alles wat er gebeurt, ben jij degene die er zin aan geeft. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Hoe werkt schaamte?
Als je je schaamt wil je iets van jezelf niet laten zien. Het is in wezen een mechanisme om contact met de ander te vermijden. Je wilt dat de ander alleen maar een positief beeld van je heeft. Het is een functioneel gevoel want we zijn sociale beesten. We hebben elkaar nodig om niet buiten de boot te vallen. Zo ontstaan taboes bij mensen. Het is beter om te onderzoeken of die taboes zinvol zijn, want het maakt je onvrij.

En schuld?
Eigenlijk zit daaronder dat je denkt dat je perfect kunt zijn. Dat is natuurlijk onzin. Als er iets door jouw toedoen is gebeurd waaruit blijkt dat je niet perfect bent, vind je dat je iets fout hebt gedaan. Je voelt je schuldig en gaat je verontschuldigen: ‘Sorry, sorry, je vindt het toch niet erg?’ Zo ontneem je de ander de mogelijkheid om te zeggen dat je iets niet goed hebt gedaan en ontloop je je verantwoordelijkheid. Je doet in je leven goede en slechte dingen. Maar op die slechte dingen wil je niet aangesproken worden, dus ga je je schamen en schuldig voelen.

Hoe houden we het leven nu toch een beetje leuk?
Humor, dat is de enige manier om iets draaglijk te maken. Ik bedoel geen gemene grappen, maar humor met compassie en liefde. Dit is wat ik in therapie doe: iemand komt binnen met ellende. Die gaan we verwerken en ik hoop altijd dat er een moment komt dat iemand de humor inziet van zijn eigen reacties en met liefde naar zichzelf kan kijken. Want dan heb je het bewustzijnsniveau bereikt dat je er niet meer binnenin zit. Humor zien in je eigen handelen vind ik het hoogst haalbare in het leven. {ja, ja, ja, juicht BUMMER!}

Op social media laten mensen vooral hun successen zien.
Ja, en anderen lezen het. Mensen hebben een nieuwsgierige kant en een exposurekant. Ik denk dat de meesten wel doorhebben dat het een eenzijdig beeld geeft. Als je in het echte leven genoeg contact hebt dat dieper gaat en waarin je ook de minder leuke gebeurtenissen hoort, is het denk ik niet zo erg. Als je eenzaam bent en Facebook is je enige sociale middel, is dat niet gezond. Je wordt er alleen maar eenzamer van. Iedereen heeft het leuk, behalve ik. Er zou eigenlijk een waarschuwing op Facebook moeten zitten: ‘Let op, dit is maar de halve waarheid’.

Als je bericht veel geliked wordt, voel je je goed.
Dat komt doordat er serotonine vrijkomt, dat is zo’n bevestigingshormoontje. Er zijn vier hormonen die je gedrag sturen: dopamine en adrenaline maken dat je dingen gaat doen en iets wilt bereiken. Je gaat jezelf manifesteren, het stuurt de ‘ik-kant’. Daarnaast heb je oxytocine en serotonine, die vrijkomen in het contact met anderen. Oxytocine bij langdurige relaties, bij gevoelens van liefde en serotonine om contact op te bouwen. Bij een like denk je: ‘Ze zien mij!’ en daar word je blij van. Het goede gevoel dat je dan krijgt is helaas van korte duur én het is verslavend.
We zitten in een tijd van narcisme: ‘Kijk mij toch!’ Kinderen worden ook zo opgevoed, ze worden geweldig gevonden door hun ouders. Ze krijgen niet eens meer de kans om sneu te zijn! Zoveel kinderen willen op het podium staan, zangeres worden. Niet omdat ze anderen blij willen maken met een liedje. Het gaat puur om de aandacht. Ik hoop van harte dat dat gaat veranderen. Dat ze leren dat het om wederzijdse verbondenheid gaat in plaats van eenzijdige aandacht voor jouw persoontje.

Je ziet soms ook hele heftige dingen op Facebook: iemand is doodgegaan of heeft een ernstige ziekte. Ik vind dat niet fijn.
Ik denk dat dat komt omdat er geen contact tussen zender en ontvanger is op dat moment. De uitdrukking wordt daardoor ongepast. De zender voelt de impact niet van wat hij doet. En je kunt je als ontvanger niet afstemmen op diegene. Dat is ingewikkeld, frustrerend, vervreemdend en verwarrend. Ik denk daarom dat social media echt contact nooit kan vervangen.

het leed dat panty heet

Het zou kunnen dat mannen zich minder herkennen in dit artikel. Wij verwijzen jullie door naar ‘het leed dat condoom heet’.

Panties: ze zouden verboden moeten worden. Het voelt alsof je een stuk strak elastiek aanhebt. Het enige waar je nog aan kan denken is: ‘Wanneer kan ie uit?’ Feestelijke gelegenheden waarbij je geacht wordt ze te dragen, worden iets om tegenop te zien.

Even alle nadelen op een rij:

  • Ook al koop je ze in een te grote maat, ze zitten altijd te krap.
  • Boven de te strakke bovenrand ontstaat een niet zo charmante vetrol.
  • Aantrekken is geen pretje. Het vereist een ingewikkelde techniek waarbij ze eerst opgestroopt moeten zijn. Daarna moet je ze afstropen om je been. Bij het laatste, bovenste stuk moet je sjorren en springen om ze goed aan te krijgen. Pffff
  • Zelfs na zorgvuldig aantrekken zit er vaak een gedeelte gedraaid. Dat is helemaal niet lekker als je beweegt.
  • Als je ze een tijdje aan hebt, zakt het gedeelte tussen je benen naar beneden. Dat voelt afschuwelijk.
  • Het materiaal is een enge chemische combinatie.
  • Ze gaan erg snel kapot. Komt er als je ze aantrekt al een gaatje in.
    Je voelt je daardoor niet meer helemaal op je gemak.
  • Als je je inspant met een panty aan, word je snel zweterig.
  • Als je een felgekleurde aan hebt, zie je eruit als een kleuter.

Kortom: een wanproduct. Laten we een datum prikken voor een grote openbare panty-verbranding!

Lees hier de ongemakken van de man.

het leed dat condoom heet

Het zou kunnen dat vrouwen zich minder herkennen in dit artikel. Wij verwijzen jullie door naar ‘het leed dat panty heet’.

Condooms: ze zouden verboden moeten worden. Het voelt alsof je een stuk strak elastiek aanhebt. Het enige waar je nog aan kan denken is: ‘Wanneer kan ie uit?’ Feestelijke gelegenheden waarbij je geacht wordt ze te dragen, worden iets om tegenop te zien.

Even alle nadelen op een rij:

  • Ook al koop je ze in een te grote maat, ze zitten altijd te krap.
  • Boven de te strakke bovenrand ontstaat een niet zo charmante vetrol.
  • Aantrekken is geen pretje. Het vereist een ingewikkelde techniek waarbij ze eerst opgestroopt moeten zijn. Daarna moet je ze afstropen om je derde been. Bij het laatste, bovenste stuk moet je sjorren en springen om ze goed aan te krijgen. Pffff
  • Zelfs na zorgvuldig aantrekken zit er vaak een gedeelte gedraaid. Dat is helemaal niet lekker als je beweegt.
  • Als je ze een tijdje aan hebt, zakt het gedeelte tussen je benen naar beneden. Dat voelt afschuwelijk.
  • Het materiaal is een enge chemische combinatie.
  • Ze gaan erg snel kapot. Komt er als je ze aantrekt al een gaatje in.
    Je voelt je daardoor niet meer helemaal op je gemak.
  • Als je je inspant met een condoom aan, word je snel zweterig.
  • Als je een felgekleurde aan hebt, zie je eruit als een kleuter.

Kortom: een wanproduct. Laten we een datum prikken voor een grote openbare condoom-verbranding!

Lees hier de ongemakken van de vrouw.

laatste eer

In deze rubriek zie je veel dood, bederf en ander zieligs. Tja mensen, dat hoort ook bij het leven! Maak er een foto van, vertel er iets over en stuur het naar info@bummermagazine.nl.

 

P1010315_Snapseed_600

Pimpelmees
‘We gingen verhuizen en het nestkastje moest natuurlijk mee. In juni waren vader en moeder pimpelmees druk bezig geweest. Maar na een paar weken werd het ineens verontrustend stil. Zouden de kleintjes nu al uitgevlogen zijn, of …
Toen we het kastje openden werd het duidelijk. In een heel zacht nestje lag dit prachtige vogeltje, dat bijna af was, voordat er iets misging. Onderin het nestje lag ook nog een heel klein ei. Als een soort laatste eer maar een foto gemaakt. Daarna in volle vuilnisbak gepropt.’

 

IMG_2283_Snapseed_600

Beer
‘Waarschijnlijk door iemand op straat gevonden. Die heeft hem tussen de rozentak gepropt zodat een zoekend kind beer terug kan vinden. Maar dan? Je knuffel zo, halfblind en opengereten terugvinden! Hij lijkt een slachtoffer van een nieuwe martelmethode. Gegarandeerd jeugdtrauma!’

 

IMG_2802_Snapseed_600

Kikker of pad
‘Ik kan inmiddels 40 minuten aan een stuk hardlopen. Het enige waar ik voor stop zijn de dode dieren die in de polder op het asfalt geplakt liggen. In eerste instantie ren ik door maar keer meestal toch om voor een foto van die dode kikker, slak of muis. Daarna denk ik aan hoe stukjes kikker, slak en muis door fiets-, autobanden en schoenzolen door de omgeving verspreid zullen worden. Wat overblijft zal wel weggespoeld of opgegeten worden. Heerlijk verkwikkend zo’n eindje rennen!’

 

IMG_2605_Snapseed_600

Aardbeien
‘Sorry, sorry en dat terwijl ik weet dat eten weggooien zo’n beetje het slechtste is dat je qua duurzaamheid kan doen. Maar laten we eens goed kijken naar de schimmel. Prachtig toch eigenlijk, het groeit helemaal vanzelf en waar komen die kleuren vandaan? De schimmeldraden zijn microdun en heerlijk fluffyzacht. Bewonder het nog even. Hebben we toch genoten van de aardbeien.’

 

10 pieker-ideeën

Je dacht altijd dat piekeren ongezond was en geen nut had, toch? Dat blijkt niet helemaal waar te zijn. Mits met mate toegepast, zorgt het ervoor dat je goed voorbereid bent op lastige situaties. Je kunt piekeren ook zien als ongestoord stevig nadenken over zaken waar je overdag niet aan toekomt. Het kan je behoeden voor onheil want soms moet je ingrijpen om iets ten goede te keren. Niet overdrijven want dan krijg je een piekerstoornis en rimpels! (bron: www.theperfectyou.nl). Pieker je nog niet? Dan zijn hier een aantal suggesties die je kunt gebruiken als je ‘s nachts wakker wordt.

  1. Weet je zeker dat je partner niet vreemdgaat? Je kent de symptomen toch wel? Nieuw ondergoed kopen, op dieet, overwerken, afwezig glimlachend rondlopen, schuldbewust lief tegen je doen. Verdacht, hoor!
  2. Heb je weleens goed nagedacht over je pensioen? Of is dat misschien nu al te laat? Tegen de tijd dat je oud bent is de AOW-uitkering waarschijnlijk een schijntje. Het huis verkopen dan maar?
  3. Is de brandbeveiliging in huis eigenlijk wel in orde? Als er beneden brand uitbreekt, hoe moeten we dan naar buiten? Waar zijn de sleutels van de voordeur eigenlijk?
  4. Ben je misschien iets vergeten op te geven aan de belastingdienst? Is dat het geval, dan komen ze met een fikse vordering op de proppen! Misschien volgt ook nog een boete.
  5. (voor mensen in loondienst) Is je baan wel zeker? Zijn er reorganisaties in aantocht? Wie gaan ze dan ontslaan, denk je? Ontwikkel je je wel genoeg? Moet je niet bijscholen? Vinden je collega’s je wel echt aardig? Zouden ze achter je rug om roddelen?
  6. (voor mensen met eigen bedrijf) Hoe gaat het met je klanten? Zitten er faillissementen aan te komen? Ben je niet teveel afhankelijk  van die ene grote opdrachtgever? Zit er nog wel toekomst in jouw beroep? Wordt je niet genadeloos ingehaald door de nieuwe generatie nu of straks?
  7. Zijn je kinderen gelukkig? Geef je ze wel genoeg aandacht? Geef je ze teveel aandacht? Eten ze genoeg groente? Wat spoken ze uit op hun kamer? Zitten ze niet teveel op de computer en/of tablet?
  8. Weet je zeker dat je gezond bent? Ben je niet veel moe de laatste tijd? Heb je vaak hoofdpijn? Moet je niet wat meer sporten?
  9. Die hoeveelheid suiker/koolhydraten/vet/gluten die je eet, dat is niet gezond. Op de lange duur krijg je er vreselijke ziektes van!
  10. Zie je je ouders eigenlijk wel genoeg?

Nu moet het wel lukken, hè? Veel plezier met piekeren!

de pseudo-bummer

Wedden dat je dacht: Ojee, witte sokken in sandalen! Dat is het toppunt van slechte smaak! Ahhh, wat een fashionbummer!

Je kan het ook anders zien. Deze vrouw gaat een dag op pad, trekt daarom haar comfortabele sandalen aan. Het is een beetje kil dus voor de zekerheid een paar friswitte sokken erbij. De broek, die is lekker zacht en zit heerlijk. You go, girl!

Misschien is het zelfs een protest. Tegen pantykousjes, hoge hakken en skinnyjeans: een modeprovocatie!

Respect the Tevalady!

stom werk

We vroegen aan het BUMMER-panel wat ze het stomste vinden aan hun werk. Eén iemand kon niets bedenken, ook niet na venijnig aandringen. We geloven er niets van. ALLES heeft een stomme kant, zeker werk. De rest van het panel kwam direct gretig en uitvoerig over de brug.

‘De administratie natuurlijk…’

‘De wereld der registraties en kwaliteitskeuring. Daarin stellen dure bureau’s allerlei procedures op om mij te keuren. Het enige waar het hen om gaat is geld verdienen en mij dwingen onzinnige opleidingen te volgen.’

‘Als een opdrachtgever toch niet zo idealistisch blijkt als in het begin van het project. Ze geven aan dat ze groen op het schoolplein belangrijk vinden. Vervolgens krabbelen ze steeds meer terug tot er alleen een minibloemenperkje overblijft. Dat komt dan aan de achterkant van de school waar de kinderen niet mogen komen. Zucht!’

‘Offertetrajecten waarbij je uitgewerkte ontwerpen moet inleveren. Je gaat je enorm op het project verheugen en wordt steeds enthousiaster. Daarna kiezen ze toch voor een andere ontwerper. Al je leuke ideeën belanden in de prullenbak. Van die dingen dus… Echt heel erg stom!’

‘Pitches! Een kant en klaar ontwerp maken in wedstrijdverband zodat de opdrachtgever even kan rondkijken en snoepen van alle mogelijkheden vooraleerst een -meestal behoudende- keuze te maken.’

‘De Triodos Identifier’

‘Als collega’s mij in de winter vragen: ‘Gaat het wel?’. Inderdaad, het zomerkleurtje is wel van mijn wangen af maar ik voel me kiplekker. Aan het eind van de werkdag twijfel ik er toch over.’

‘De racistische rechtse opmerkingen van mijn collega’s.’

‘Collega’s’

netwerkborrel001_600

‘Netwerkborrels’

‘Opdrachtgevers die heel veel willen voor heel weinig geld.’

‘Zeven correctierondes en dan uiteindelijk toch kiezen voor de allereerste versie.’

‘Zou je nog even langs kunnen komen voor een bespreking want er zijn toch nog een paar dingetjes waar we het met je over willen hebben. Dan moet het dus helemaal opnieuw maar extra uren rekenen: ho maar.’

‘Ik ben heel blij als ik een leuk project hebt afgerond en de opdrachtgever tevreden is. Na afloop stuur ik mijn factuur, geheel volgens de offerte, toe. De betalingstermijn is 4 weken. Na zes weken is er nog steeds geen betaling binnen. Ik ga dan heel vriendelijk navraag doen. ‘Hebben jullie de factuur ontvangen?’ Het antwoord is dan ‘Ja, hoor’. Dan vraag ik heel vriendelijk: ‘Zijn jullie misschien al overgaan tot betaling, want in mijn administratie ontbreekt de bijschrijving’? En wat blijkt? Dat factuur is blijven liggen, want er ontbreekt een kostenplaatsnummer. Ja, zeg! Zoek het even uit met dat stomme systeem-denken en val mij er niet lastig mee. Zet gewoon een nummer op dat ding en zorg dat je je houdt aan onze afspraak.’

‘We hebben een geweldige ontwerpopdracht voor je maar we hebben geen budget. Dit is ook voor jou een investering want het genereert mogelijk ook weer nieuwe opdrachtgevers.’ Niet dus.’

‘Misschien wil je liever in plaats van een uitbetaling een gratis advertentie in ons relatiemagazine?’ ‘Eeh… hoe betaal ik daarmee mijn huur?’ ‘Nou ja, je moet het zien als gratis reclame. Het is een investering.’ ‘Eeh.. NEE.’

‘Dat het maar doorgaat en nooit (even) af is. Het zou zo mooi zijn als je na ieder wapenfeit even adempauze kreeg om je prestatie te vieren en je af te vragen wat je nu graag zou willen gaan doen. Mijn innerlijke motivatie is te sloom voor het Nederlandse arbeidsethos.’

‘Houdt het dan nooit op?!”